gepubliceerd op 05 september 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 juni 2016 in zake de bvba « Carttime » tegen de CVA « Wereldhave Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 juni 2016 « Schendt artikel 18 van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten de artikelen 10 e(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 8 juni 2016 in zake de bvba « Carttime » tegen de CVA «    Wereldhave Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 13 juni 2016, heeft de Rechtbank van Koophandel te Nijvel    de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 18 van de wet van 30 april 1951 op de    handelshuurovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in    zoverre het de verplichtingen tot mededeling en tot informatie ten    aanzien van de verhuurder niet preciseert en oplegt met betrekking tot    de voorwaarden van de aanhangigmaking bij de vrederechter indien er '    onenigheid blijft bestaan ', terwijl artikel 14 van de wet op de    handelshuurovereenkomsten strenge vormvoorschriften oplegt aan de    huurder die de hernieuwing aanvraagt, en zulks op straffe van verval    van het recht op hernieuwing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6447 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux