gepubliceerd op 26 februari 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft d « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelez(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en die recht heeft, indien zij erom verzoekt en mits zij voldoet aan de voorwaarden daartoe, op een vermindering of een ontstentenis van betaling van een rechtsplegingsvergoeding (in geval van toepassing van artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek, gezien de hoedanigheid van de partijen) en de partij die afstand doet van het geding en die, indien wordt geopteerd voor de interpretatie volgens welke artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en het eraan verbonden koninklijk besluit niet van toepassing zijn op het geval van afstand van geding, geen aanspraak kan maken op zulk een recht, wat neerkomt op de vraag of de afstanddoende partij een partij is die, in de zin van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet in het ongelijk is gesteld, hetgeen een al dan niet geüniformeerde regeling impliceert, naar gelang van het antwoord dat het Hof zal geven ? Kan overigens een afstanddoende partij aanspraak maken op het voordeel van artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6331 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux