gepubliceerd op 15 april 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 februari 2015 in zake Valérie Henrion tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft « Schendt artikel 171, 6°, tweede streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de art(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 2 februari 2015 in zake Valérie Henrion tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Waals-Brabant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 171, 6°, tweede streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11, 23, derde lid, 2°, en 172 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en/of artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, in zoverre het, om een afzonderlijke belasting te genieten van de baten van vrije beroepen die door toedoen van een overheid niet tijdig zijn betaald, vereist dat de laattijdigheid van de betaling of van de toekenning van een vergoeding toe te schrijven is aan een fout of een nalatigheid van de overheid ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6154 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux