gepubliceerd op 09 januari 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 10 april 2013 in zake Stefaan Delrue tegen de FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft de Re « Schenden artikel 53, § 2, en artikel 60 van het Wetboek der registratierechten artikel 22 va(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 10 april 2013 in zake Stefaan Delrue tegen de FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge een prejudiciële vraag gesteld die bij beschikking van het Hof van 16 december 2014 als volgt werd geherformuleerd : « Schenden artikel 53, § 2, en artikel 60 van het Wetboek der registratierechten artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en rekening houdend met de artikelen 21, 45, 49 en 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, doordat zij in een verplichte domiciliëring en een verplichte duur van domiciliëring voorzien om de vrijstelling van de registratierechten te kunnen bekomen en behouden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6102 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut