gepubliceerd op 02 januari 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 november 2014 in zake André Delrive tegen het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Belastingdienst, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekome « Schendt artikel 252 WIB 1992, zoals van toepassing op het geding hangende voor de verwijzende re(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 17 november 2014 in zake André Delrive tegen het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Belastingdienst, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 252 WIB 1992, zoals van toepassing op het geding hangende voor de verwijzende rechter, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het toelaat dat de onroerende voorheffing op de persoonlijke goederen van de vrouw mag worden gevestigd op naam van de man en niet omgekeerd en/of in zoverre het enkel van toepassing is op gehuwden en niet op samenwonenden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6100 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut