Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 14 november 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 september 2014 in zake Sylvie Defoin tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 september 2014, heeft « Schenden de artikelen 33 en 171 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals zij voor (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014206889
pub.
14/11/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 11 september 2014 in zake Sylvie Defoin tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 september 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 33 en 171 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals zij voor het aanslagjaar 1994 van toepassing waren, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien 1) de vergoedingen in deze zaak of soortgelijke vergoedingen afzonderlijk worden belast voor alle andere categorieën van belastingschuldigen die die vergoedingen ontvangen, namelijk : - de vergoedingen die zijn opgenomen in de winst van nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen (artikelen 25, 6°, a), en 171, eerste lid, 1°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992); - de vergoedingen ontvangen door de beoefenaars van vrije beroepen, ambten of posten, of [door belastingschuldigen] die een winstgevende bezigheid uitoefenen (artikelen 27, tweede lid, 4°, a), en 171, eerste lid, 1°, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992); - de vergoedingen ontvangen door de werknemers (artikelen 31, tweede lid, 3°, en 171, 5°, a), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992); - de vergoedingen ontvangen door de bestuurders (Cass., 19 december 1967, twee arresten, Arr. Cass., 1968, p. 580); 2) zelfs ongeacht of de vennoot een substantiële of onbeduidende deelname in het kapitaal van de vennootschap heeft, zonder dat die discriminaties ten koste van alleen de werkende vennoten objectief verantwoord zijn ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6044 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^