gepubliceerd op 07 mei 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 maart 2014 in zake Stéphanie Lenoir, handelend zowel uit eigen naam als in haar hoedanigheid van wettelijke bewindvoerster van haar minderjarige ki « Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verp(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 24 maart 2014 in zake Stéphanie Lenoir, handelend zowel uit eigen naam als in haar hoedanigheid van wettelijke bewindvoerster van haar minderjarige kinderen Zaccaria, Sofiann en Rania El Hajjaji, en Alexandre Lenoir, tegen de nv van publiek recht « Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » en de nv van publiek recht « Infrabel », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 maart 2014, heeft de Politierechtbank te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, in die zin geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen die zich voordoen op een spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van dezelfde wet maar die wordt gebruikt door een persoon die daartoe uitdrukkelijk is gemachtigd in het raam van zijn werk, niet uitsluit van de regeling inzake automatische vergoeding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5881 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux