gepubliceerd op 21 februari 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 december 2013 in zake L.D. en anderen tegen Mr. M. Vinckier, in zijn hoedanigheid van curator van een faillissement, waarvan de expeditie ter griff « Schendt artikel 504 BW in zijn huidige vorm de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondw(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 24 december 2013 in zake L.D. en anderen tegen Mr. M. Vinckier, in zijn hoedanigheid van curator van een faillissement, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 december 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 504 BW in zijn huidige vorm de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat een vordering van de erfgenamen tot vernietiging van een rechtshandeling van een overledene op basis van krankzinnigheid ontvankelijk is wanneer een verzoekschrift tot onbekwaamverklaring werd neergelegd doch niet wanneer een verzoekschrift tot het aanstellen van een voorlopige bewindvoerder werd neergelegd, rekening houdend met het feit dat beide verzoekschriften, wat de rechtshandelingen betreffen, dienen tot het vaststellen van de juridische onbekwaamheid van de betrokken persoon om rechtshandelingen te stellen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5792 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut