Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 februari 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 december 2013 in zake Murielle Courtois tegen de BVBA « Physical Business », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 decemb 1. « Schendt artikel 3, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerecht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014201132
pub.
18/02/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 17 december 2013 in zake Murielle Courtois tegen de BVBA « Physical Business », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 december 2013, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 3, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken, al dan niet in samenhang onderzocht met de artikelen 8, 30 en 40 van dezelfde wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat het recht op een eerlijk proces waarborgt, en meer bepaald het beginsel van de wapengelijkheid tussen de procespartijen, in zoverre het een Franstalige werknemer die de Nederlandse taal niet beheerst en wiens prestaties zijn verbonden aan een maatschappelijke zetel en aan een exploitatiezetel die zijn gevestigd in een gemeente met een bijzondere taalregeling, gelegen in het Vlaamse Gewest, ertoe verplicht zijn vordering tegen zijn werkgever in te stellen en voort te zetten in het Nederlands, terwijl die werkgever het Frans heeft gebruikt om zich tot hem te richten op grond van artikel 52, § 1, eerste lid, en § 2, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en terwijl de relevante stukken van het dossier in het Frans zijn opgesteld; terwijl, op grond van artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken, indien die bepaling overeenkomstig punt B.10 van het door het Grondwettelijk Hof op 16 september 2010 gewezen arrest wordt geïnterpreteerd, een Franstalige werknemer die het Nederlands niet beheerst en wiens prestaties zijn verbonden aan een exploitatiezetel die is gevestigd op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zijn vordering tegen zijn werkgever kan instellen en voortzetten in het Frans, zelfs indien zijn maatschappelijke zetel in het Nederlandse taalgebied is gevestigd, terwijl het Frans is gebruikt in hun sociale betrekkingen op grond van artikel 52, § § 1 en 2, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken; en/of in zoverre het, in samenhang gelezen met artikel 4, § 3, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, een werknemer-eiser, wanneer zijn sociale betrekkingen zijn verbonden aan een maatschappelijke zetel en aan een exploitatiezetel die zijn gelegen in een gemeente met een bijzondere taalregeling, niet toelaat om te verzoeken de taal te veranderen in het Frans, terwijl de werkgever het Frans heeft gebruikt om zich tot hem te richten en de relevante stukken van het dossier in het Frans zijn opgesteld ? »; 2. « Schendt artikel 3, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken, al dan niet in samenhang onderzocht met de artikelen 8, 30 en 40 van dezelfde wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat het recht op een eerlijk proces waarborgt, en meer bepaald het beginsel van de wapengelijkheid tussen de procespartijen, in zoverre het twee categorieën van werknemers die zich in wezenlijk verschillende situaties lijken te bevinden, identiek behandelt : - een Franstalige werknemer die de Nederlandse taal niet beheerst en wiens prestaties zijn verbonden aan een maatschappelijke zetel en aan een exploitatiezetel die zijn gevestigd in een gemeente met een bijzondere taalregeling, gelegen in het Vlaamse Gewest, die zijn vordering tegen zijn werkgever moet instellen en voortzetten in het Nederlands, terwijl die werkgever het Frans heeft gebruikt om zich tot hem te richten op grond van artikel 50, § 1, eerste lid, en § 2, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en terwijl de relevante stukken van het dossier in het Frans zijn opgesteld; - een Nederlandstalige werknemer die het Frans niet beheerst en wiens prestaties zijn verbonden aan een maatschappelijke zetel en aan een exploitatiezetel die zijn gevestigd in een gemeente met een bijzondere taalregeling, gelegen in het Vlaamse Gewest, die het recht geniet om zijn vordering tegen zijn werkgever in te stellen en voort te zetten in het Nederlands, terwijl die werkgever het Nederlands heeft gebruikt om zich tot hem te richten op grond van artikel 52, § 1, eerste lid, en § 2, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken ? »; 3. « Schendt artikel 4, § § 1 en 3, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken, al dan niet in samenhang onderzocht met de artikelen 8, 30 en 40 van dezelfde wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat het recht op een eerlijk proces waarborgt, en meer bepaald het beginsel van de wapengelijkheid tussen de procespartijen, in zoverre het, in de in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek beoogde geschillen, de eisers, die zeer doorgaans werknemers zijn, niet toelaat om te verzoeken van taal te veranderen voor de Arbeidsrechtbank te Brussel, terwijl het die mogelijkheid wel biedt aan de verweerders, die zeer doorgaans werkgevers zijn ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5787 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^