Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 juli 2014

Algemene administratie van de Fiscaliteit. - Inkomstenbelastingen. - Bericht aan de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing die in artikel 228, § 3 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde inkomsten betalen of toekenn(...) Met het koninklijk besluit van 4 maart 2013 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bed(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2014003312
pub.
23/07/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Algemene administratie van de Fiscaliteit. - Inkomstenbelastingen. - Bericht aan de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing die in artikel 228, § 3 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bedoelde inkomsten betalen of toekennen aan niet-rijksinwoners Met het koninklijk besluit van 4 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/03/2013 pub. 08/03/2013 numac 2013003063 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing type koninklijk besluit prom. 04/03/2013 pub. 17/04/2013 numac 2013014105 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toewijzing van een facultatieve subsidie van 40.000 EUR in 2013 aan de Stichting van openbaar nut « Maison Maurice Béjart Huis » in toepassing van bijakte nr. 11 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen sluiten tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 8.3.2013) werd artikel 87, 5°, KB/WIB 92 aangevuld zodat op de vanaf 1 maart 2013 betaalde of toegekende inkomsten die zijn vermeld in artikel 228, § 3, WIB 92 bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.

Huidig bericht heeft tot doel enkele praktische aangelegenheden inzake de toepassing van voormeld koninklijk besluit toe te lichten. 1) Wie is bedrijfsvoorheffing verschuldigd ? De bedrijfsvoorheffing is verschuldigd door degenen die als schuldenaar, bewaarder, mandataris of tussenpersoon de in punt 2 hierna vermelde inkomsten betalen of toekennen.2) Op welke inkomsten is bedrijfsvoorheffing verschuldigd ? De bedrijfsvoorheffing is in principe verschuldigd op de in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten. De in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten zijn de volgende winst of baten, die voortkomen uit de levering van diensten : - de winst die niet door bemiddeling van een Belgische inrichting is opgebracht en die niet voortkomt uit : a) de vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen, noch uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten op dergelijke goederen;b) in België gedane verrichtingen van buitenlandse verzekeraars die er gewoonlijk andere contracten dan herverzekeringscontracten inzamelen;c) de hoedanigheid van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens artikel 29, § 2, WIB 92, geacht worden verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn;d) werkzaamheden uitgeoefend door een in artikel 227, 2°, WIB 92 vermelde niet-inwoner in een Belgische inrichting waarover een andere in artikel 227, 2°, WIB 92, vermelde niet-inwoner beschikt, of uit de uitoefening door die niet-inwoner van een opdracht of van functies in de zin van artikel 32, eerste lid, 1°, WIB 92 in een binnenlandse vennootschap; - de baten die voortkomen uit een in het buitenland uitgeoefende werkzaamheid; - de winst (zoals hierboven in het eerste streepje onder a), b) en c) omschreven) en baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid die in het buitenland werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is.

Voormelde inkomsten zijn daarenboven slechts overeenkomstig artikel 228, § 3, WIB 92 belastbaar indien : - die winst of baten ten laste zijn van - een rijksinwoner; - een binnenlandse vennootschap of een vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België; - de Belgische Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglo meraties, federaties van gemeenten en gemeenten; - een Belgische inrichting waarover een in artikel 227 bedoelde t-inwoner beschikt; - die winst of baten ingevolge een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting belastbaar zijn in België, of, wanneer dergelijke overeenkomst niet van toepassing is, voor zover de belastingplichtige niet bewijst dat de inkomsten daadwerkelijk belast werden in de Staat waarvan hij inwoner is. 3) Minimumdrempel inzake verschuldigde bedrijfsvoorheffing en vaststelling van het bedrag van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing Voor de toepassing van de bedrijfsvoorheffing wordt een de minimis drempel toegepast.Rekening houdend met het gehanteerde kostenforfait van 50 %, betekent dit dat er geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd is op eerste schijf van 38.000 euro van de hiervoor omschreven (bruto) winst of baten.

Voormelde grens geldt per genieter, per jaar en dient door iedere schuldenaar afzonderlijk beoordeeld te worden.

Voor het jaar 2013 moet deze grens niet worden verminderd in functie van het aantal maanden waarin het koninklijk besluit van 4 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/03/2013 pub. 08/03/2013 numac 2013003063 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing type koninklijk besluit prom. 04/03/2013 pub. 17/04/2013 numac 2013014105 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toewijzing van een facultatieve subsidie van 40.000 EUR in 2013 aan de Stichting van openbaar nut « Maison Maurice Béjart Huis » in toepassing van bijakte nr. 11 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen sluiten van toepassing was (zijnde 10/12).

Een administratief beroep kan worden ingediend tegen de in het verleden ten onrechte gestorte bedrijfsvoorheffing.

Voorbeeld Een Belgische vennootschap betaalt aan een Braziliaanse vennootschap een vergoeding voor het leveren van technische diensten (de door de Braziliaanse verkregen winst is overeenkomstig het van toepassing zijnde dubbelbelastingverdrag belastbaar in België, maar werd niet door bemiddeling van een Belgische inrichting opgebracht en is niet beoogd in artikel 228, § 1 en § 2, WIB 92). Volgens het van toepassing zijnde dubbelbelastingverdrag mag de belasting geheven op die beloningen niet hoger zijn dan 10 pct. van het brutobedrag ervan.

De Belgische vennootschap betaalt aan de buitenlandse vennootschap tijdens het jaar 2014 volgende inkomsten : 27 mei 2014 : 15.000 euro 26 juni 2014 : 10.000 euro 24 oktober 2014 : 17.000 euro.

Op de betalingen van 27 mei en 26 juni is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Hiervoor moet ook geen aangifte in de bedrijfsvoorheffing worden ingediend.

Op de betaling van 24 oktober dient de verschuldigde bedrijfsvoorheffing te worden vastgesteld op een bedrag van 4.000 euro (de verschuldigde bedrijfsvoorheffing bedraagt derhalve 660 euro, zijnde 4.000 x 50 % (kostenforfait) x 33 %). Deze verschuldigde bedrijfsvoorheffing dient in voorkomend geval beperkt te worden tot het maximumbedrag aan belasting waarin het van toepassing zijnde dubbelbelastingverdrag voorziet (zijnde 17.000 euro x 10 % = 1.700 euro). Voor deze betaling dient een aangifte in de bedrijfsvoorheffing te worden ingediend. 4) Bewijsvoering door de verkrijger van de inkomsten, wanneer op deze inkomsten geen overeenkomst tot vermijden van dubbele belasting van toepassing is De bedrijfsvoorheffing is niet verschuldigd indien de verkrijger van de inkomsten bewijst dat de inkomsten daadwerkelijk belast werden in de Staat waarvan hij inwoner is. Wanneer is een inkomen "daadwerkelijk belast" ? Een inkomen is "daadwerkelijk belast" wanneer dat inkomen in de desbetreffende Staat aan de belasting onderworpen is en in die Staat geen enkele belastingvrijstelling geniet.

De vorm van die inkomstenbelasting is van geen belang : cedulaire of globale belasting, patentrecht, belastingheffing op een reële of op een forfaitaire grondslag, enz.. Een inkomen wordt geacht "daadwerkelijk belast" te zijn wanneer het opgenomen is in de belastbare grondslag op basis waarvan de belasting berekend wordt, zelfs wanneer er geen belasting verschuldigd is ten gevolge van de aftrek van uitgaven en lasten die werden gedragen om dat inkomen te verwerven of te behouden, ten gevolge van de aftrek van verliezen, ten gevolge van het toekennen van voordelen wegens gezinslasten of ten gevolge van het toekennen van andere belastingvoordelen.

Wie moet het bewijs leveren ? Het bewijs moet door de verkrijger van het inkomen worden geleverd.

Moet een bewijs worden geleverd wanneer de in punt 3) vermelde grens niet werd overschreden ? Neen. In dat geval is er sowieso geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd.

Hoe moet het bewijs worden geleverd ? De bedrijfsvoorheffing is verschuldigd op de datum van betaling of toekenning van het betreffende inkomen. Op dat ogenblik kan de verkrijger echter nog niet aantonen dat het inkomen in zijn woonstaat daadwerkelijk werd belast, gezien de belastingheffing in de woonstaat normaliter slechts naderhand geschiedt.

Vanuit de zorg om de verkrijger van de inkomsten te helpen met de bewijslast die ten zijnen laste valt, wordt in het stadium van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing aanvaard dat de bedrijfsvoorheffing niet verschuldigd is wanneer aan de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing een verklaring wordt overgelegd, waarin de belastingautoriteit van de woonstaat van de verkrijger voor echt verklaart dat de gerechtigde : - een inwoner van de desbetreffende Staat is; en - in die Staat daadwerkelijk belast wordt, of daadwerkelijk belast zal worden, op de betrokken inkomsten.

Een model van dergelijke verklaring wordt als bijlage bij dit bericht gevoegd. Het staat de verkrijger van de inkomsten echter vrij om een andere verklaring voor te leggen, voor zover zij voldoet aan de bovenvermelde voorwaarden (zo moet de verklaring inzonderheid uitgaan van de Staat waarvan de verkrijger inwoner is).

De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing is er toe gehouden om dit bewijsstuk ter beschikking te houden van de administratie.

Er wordt een uitzondering gemaakt voor de vereiste dat per in aanmerking komende betaling een attest afgeleverd moet worden. Voor dienstencontracten over een langere termijn (met meerdere betalingen in één jaar) kan het attest gelden voor een kalenderjaar en voor alle betalingen die ingevolge dat contract worden betaald. In dat geval dient het contract als bijlage bij het attest toegevoegd te worden en dient in de hoofding van het attest het jaartal aangeduid te worden.

Is de bedrijfsvoorheffing verschuldigd indien de verkrijger geen dergelijke verklaring aan de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing verstrekt en de in punt 3 vermelde grens is overschreden ? Ja.

Er kan nadien een administratief beroep tegen de geheven bedrijfsvoorheffing worden ingediend, indien alsnog het bewijs wordt geleverd dat de betrokken inkomsten daadwerkelijk in de woonstaat van de verkrijger werden belast.

Dit bewijs kan worden geleverd met alle middelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Naargelang het geval kan daarvoor met name een door de buitenlandse belastingadministratie opgesteld aanslagbiljet worden voorgelegd, of een verklaring van de betrokken buitenlandse belastingadministratie dat het betrokken inkomen overeenkomstig de interne belastingwetgeving daadwerkelijk aan de belasting onderworpen werd. 5) Gevolgen voor de verkrijger van de in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten De in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten zijn belastbaar in de belasting van niet-inwoners. De belasting is evenwel gelijk aan de verschuldigde voorheffing, die op die inkomsten betrekking heeft. De verkrijger is dus niet verplicht deze inkomsten te vermelden in een aangifte in de belasting van niet-inwoners.

De niet-inwoners die dergelijke inkomsten verkrijgen kunnen er evenwel voor opteren om deze in een aangifte in de belasting van niet-inwoners aan te geven.

Indien de belastingplichtige er voor opteert om deze inkomsten te regulariseren via een aangifte, dient hij steeds alle in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten te regulariseren, met inbegrip dus van de eerste schijf van 38.000 euro waarop geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.

De bedrijfsvoorheffing die op die inkomsten betrekking heeft wordt bij de berekening van de verschuldigde belasting verrekend.

BIJLAGE

VERKLARING DOOR DE WOONSTAAT VAN DE VERKRIJGER (inwoner van een land waarmee België geen overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten) VAN IN ARTIKEL 228, § 3, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 BEDOELDE INKOMSTEN, IN HET KADER VAN DE DOOR DE SCHULDENAAR VERSCHULDIGDE BEDRIJFSVOORHEFFING


(In België zijn in de belasting van niet-inwoners de in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde winst of baten die niet onder de toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting vallen belastbaarvoor zover de belastingplichtige niet bewijst dat de inkomsten daadwerkelijk belast werden in de Staat waarvan hij inwoner is. In dergelijk geval is op voormelde, vanaf 1.3.2013 betaalde of toegekende inkomsten bedrijfsvoorheffing verschuldigd (art. 270, 7°, WIB 92 en 87, 5°, KB/WIB 92).Voor praktische aangelegenheden ter zake wordt verwezen naar het bericht van 23 juli 2014).

De bedrijfsvoorheffing is evenwel reeds naar aanleiding van de betaling of toekenning van het desbetreffende inkomen verschuldigd. Op dat ogenblik werd het inkomen bij de verkrijger in de regel echter nog niet daadwerkelijk belast.

Vanuit de zorg om de verkrijger van de inkomsten te helpen met de bewijslast die ten zijnen laste valt, wordt in het stadium van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing aanvaard dat de bedrijfsvoorheffing niet verschuldigd is wanneer aan de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing een verklaring wordt overlegd, waarin de belastingautoriteit van de woonstaat van de verkrijger voor echt verklaart dat de gerechtigde - een inwoner van de desbetreffende Staat is; en - in die Staat daadwerkelijk belast wordt, of daadwerkelijk belast zal worden, ter zake van de inkomsten van Belgische oorsprong.

Deze verklaring geldt in het kader daarvan als model. Het staat de verkrijger evenwel vrij om een andere verklaring voor te leggen, voor zover deze voldoet aan de bewijslast die hem ten laste valt).

JAAR ..... (Enkel in te vullen indien de verklaring geldt voor in vak II vermelde inkomsten die tijdens dat jaar meermaals door de in vak I vermelde schuldenaar aan de in vak III vermelde verkrijger worden betaald of toegekend. In dit geval moet als bijlage de overeenkomst op basis waarvan dergelijke prestaties worden geleverd toegevoegd worden.)

De verkrijger van de in artikel 228, § 3, WIB 92 bedoelde inkomsten wordt aangeraden een afschrift van deze verklaring te bewaren.

I. BELGISCHE SCHULDENAAR VAN DE INKOMSTEN 1. Naam en voornamen of volledige benaming van de schuldenaar van de inkomsten : .. . . . 2. Adres (straat, nr.), postcode, Gemeente : . . . . . . . . . . . . . . . 3. Referentienummer (ondernemingsnummer of, bij gebrek daaraan, nationaal nummer) : .. . . .

II. OMSCHRIJVING VAN DE INKOMSTEN 1. Omschrijving van de aard en plaats van de prestatie waarvoor het inkomen toegekend werd of zal worden : .. . . . . . . . . (geef een gedetailleerde omschrijving of voeg als bijlage een kopie van de factuur of het contract waaruit de aard en plaats van de geleverde prestatie blijkt) 2. Brutobedrag van de inkomsten : .. . . . (niet in te vullen indien het om inkomsten gaat die tijdens het jaar meermaals door de in vak I vermelde schuldenaar aan de in vak III vermelde verkrijger betaald of toegekend worden) 3. Vervaldag of datum van betaling of toekenning : .. . . . (niet in te vullen indien het om inkomsten gaat die tijdens het jaar meermaals door de in vak I vermelde schuldenaar aan de in vak III vermelde verkrijger betaald of toegekend worden) III. VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN 1. Naam en voornamen of volledige benaming van de verkrijger van de inkomsten : .. . . . 2. Adres (straat, nr.), postcode, Gemeente, Land : . . . . . . . . . . . . . . . 3. Referentienummer : .. . . .

Vermeld hier het fiscaal identificatienummer of bij gebrek hieraan de geboortedatum, evenals de geboorteplaats zoals vermeld op officiële documenten (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort, enz.) IV. BEVESTIGING VAN DE BELASTINGAUTORITEITEN VAN DE WOONSTAAT VAN DE VERKRIJGER VAN DE INKOMSTEN De ondergetekende . . . . . bevestigt dat : 1° de verkrijger van de in deze verklaring vermelde inkomsten : een inwoner is van .. . . . ;

Fiscaal identificatienummer in de woonstaat : . . . . . 2° is of zal belast worden (1) in .. . . . ....................... ter zake van het totaalbedrag van die inkomsten of ter zake van een bedrag van : . . . . . . . . . . (bedrag niet in te vullen indien het om inkomsten gaat die tijdens het jaar meermaals door de in vak I vermelde schuldenaar aan de in vak III vermelde verkrijger betaald of toegekend worden) Datum, handtekening en stempel van de dienst. (1) Een inkomen wordt geacht daadwerkelijk in een Staat te zijn belast wanneer dat inkomen er aan de belasting is onderworpen en ervoor dat inkomen in geen specifieke belastingvrijstelling is voorzien.

^