Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 28 maart 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnissen van 15 januari 2013 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk Vincent Truyens, Emmanuel Marchandise en Jeoffrey Dewever, waarvan de expedit « Schendt artikel 62, achtste lid, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverr(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013201861
pub.
28/03/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnissen van 15 januari 2013 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk Vincent Truyens, Emmanuel Marchandise en Jeoffrey Dewever, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 21 februari 2013, heeft de Correctionele Rechtbank te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, achtste lid, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverre het bepaalt dat een afschrift van de processen-verbaal binnen een termijn van veertien dagen ' aan de overtreders ' en niet ' aan de overtreders en/of aan de houders van de nummerplaat ' moet worden toegezonden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat enkel de processen-verbaal waarvan een afschrift binnen de termijn van veertien dagen vanaf de datum van de vaststelling van het misdrijf werd verstuurd naar de overtreder, zoals een natuurlijke persoon die houder is van de nummerplaat (en die zodoende wordt vermoed de ' overtreder ' te zijn aangezien hij krachtens artikel 67bis van de wet van 16 maart 1968 wordt vermoed de overtreding te hebben begaan) of elke persoon van wie zou worden bevestigd dat hij de overtreder is, de in artikel 62, tweede lid, van de genoemde wet bedoelde bijzondere bewijswaarde hebben, terwijl de processen-verbaal waarvan een afschrift werd verstuurd naar een rechtspersoon die houder is van de nummerplaat, ten aanzien van wie er geen vermoeden van schuld bestaat, die bijzondere bewijswaarde niet zouden hebben ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5579, 5580 en 5581 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^