Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 06 februari 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 november 2012 in zake de bvba « Consultys International » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 « Schendt artikel 218, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (1992), ingevoegd bij (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013200596
pub.
06/02/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 8 november 2012 in zake de bvba « Consultys International » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 december 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 218, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (1992), ingevoegd bij artikel 14 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, zoals het van toepassing was voor het aanslagjaar 2009, het gelijkheidsbeginsel dat is geformuleerd in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat de vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een kmo maar die een participatie bezitten waarvan de investeringswaarde 50 pct. overschrijdt van het gestorte kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden op datum van de afsluiting van de jaarrekening, niet de ontstentenis kunnen genieten van vermeerdering wegens ontoereikende voorafbetalingen, verschuldigd op de belasting die betrekking heeft op hun eerste drie boekjaren, terwijl de vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een kmo maar die niet een participatie bezitten waarvan de investeringswaarde 50 pct. overschrijdt van het gestorte kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden op datum van de afsluiting van de jaarrekening de ontstentenis van vermeerdering wegens ontoereikende voorafbetalingen waarin die bepaling voorziet kunnen genieten ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5541 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^