gepubliceerd op 17 juli 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 mei 2012 in zake Nacer Lakabi, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Lu « Schendt artikel 7bis, in samenhang gelezen met artikel 12bis, § 1, 2°, [van het Wetboek van (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 25 mei 2012 in zake Nacer Lakabi, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7bis, in samenhang gelezen met artikel 12bis, § 1, 2°, [van het Wetboek van de Belgische nationaliteit], in de hypothese dat het buitenlandse meerderjarige kind van een Belgische ouder, dat zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, werkelijke banden met die ouder heeft behouden en een verklaring van nationaliteit aflegt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het meerderjarige kind dat een verklaring van nationaliteit in België aflegt, er sinds meer dan drie maanden wettelijk moet verblijven, terwijl het meerderjarige kind dat zijn verklaring vanuit het buitenland aflegt, noodzakelijkerwijs aan die verblijfsvoorwaarde ontsnapt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5414 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux