Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 12 juli 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 21 mei 2012 in zake de Belgische Staat, in de persoon van de minister van Landsverdediging, en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismeb « Schendt het artikel 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10 en/of 11 van (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012203698
pub.
12/07/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 21 mei 2012 in zake de Belgische Staat, in de persoon van de minister van Landsverdediging, en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding tegen T.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juni 2012, heeft de Correctionele Rechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt het artikel 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10 en/of 11 van de Grondwet, nu hierdoor noch de rechtsonderhorige tegen wie de strafvordering door de federale procureur, noch de geadieerde rechter ten gronde nietigheden of bevoegdheidsexcepties kunnen opwerpen/vaststellen, daar waar dit wel kan ingeval de strafvordering wordt uitgeoefend door de procureur des Konings ? »; « Schenden de artikelen 144ter, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek en 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, in hun onderlinge samenhang gelezen, het artikel 12 van de Grondwet, nu artikel 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek elke regelmatigheidtoetsing verbiedt van de bevoegdheidscriteria waaraan de federale procureur wordt onderworpen overeenkomstig artikel 144ter, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek ? »; « Schenden de artikelen 144ter, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek en 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, in hun onderlinge samenhang gelezen met artikel 12 van de Grondwet, artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en/of het artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, nu de artikelen 144ter, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek en/of artikel 144ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, de rechtsonderhorige het recht tot toegang tot de rechter ontzegt met betrekking tot de bevoegdheidsregels vervat in artikel 144ter, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, met betrekking tot de federale procureur ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5415 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^