gepubliceerd op 12 december 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 oktober 2011 in zake de nv « Pelckmans Turnhout » tegen de nv « Walter Van Gastel Balen » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof « Schenden de artikelen 8, 9, 16 en 17 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 27 oktober 2011 in zake de nv « Pelckmans Turnhout »    tegen de nv « Walter Van Gastel Balen » en anderen, waarvan de    expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 november 2011,    heeft de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen,    zetelend zoals in kort geding, de volgende prejudiciële vraag gesteld    :    « Schenden de artikelen 8, 9, 16 en 17 van de wet van 10 november 2006    betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening de    grondwettelijke gelijkheids- en non-discriminatiebeginselen vervat in    artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de    vrijheid van handel en nijverheid, zoals die werd ingesteld bij    artikel 7 van het zogenaamde Decreet D'Allarde van 2-17 maart 1791 tot    afschaffing van de gilden, doordat de daarin opgenomen verplichting    tot het voeren van een wekelijkse sluitingsdag (i) niet van toepassing is op handelaren die gevestigd zijn in    treinstations of in vestigingseenheden van maatschappijen voor    openbaar vervoer, evenmin voor verkopen in luchthavens en havenzones    die openstaan voor het internationaal reizigersverkeer en ook niet    voor verkopen in tankstations of vestigingseenheden gelegen op het    domein van autosnelwegen, doch wel op handelaren die op andere    locaties gevestigd zijn en daardoor voor de laatste categorie van    handelaren een objectief niet verantwoorde beperking inhoudt van de    vrijheid van handel en nijverheid,    (ii) niet van toepassing is op handelaren die actief zijn in de    verkoop van producten zoals kranten, tijdschriften, tabak en    rookwaren, telefoonkaarten en producten van de Nationale Loterij, de    verkoop van dragers van audiovisuele werken en videospelen, de verkoop    van consumptie-ijs, doch wel op de handelaren die andere producten    aanbieden en daardoor voor de laatste categorie van handelaren een    objectief niet verantwoorde beperking inhoudt van de vrijheid van    handel en nijverheid,    (iii) enkel van toepassing is op de kleinhandel, te weten de    ondernemingen die zich richten op verkopen aan de consument, terwijl    deze niet van toepassing is op andere handelaren, en daarmee voor de    eerste categorie van handelaren een objectief niet verantwoorde    beperking inhoudt van de vrijheid van handel en nijverheid,    (iv) minstens een aanzienlijk grotere beperking met zich brengt voor    de handelaren die hun activiteit voeren door middel van een fysiek    verkooppunt, met rechtstreeks contact met de consument dan voor de    handelaren die hun activiteit voeren via een internetwinkel of    mogelijk via andere manieren van verkoop op afstand, en derhalve voor    de eerste categorie van handelaren een objectief niet verantwoorde    beperking inhoudt van de vrijheid van handel en nijverheid ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 5232 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.