gepubliceerd op 05 augustus 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 juni 2011 in zake de procureur des Konings tegen C. G. en C. P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 juni 2011, heeft de « Schendt artikel 3bis, § 2 en § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 juni 2011 in zake de procureur des Konings tegen C. G. en C. P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 juni 2011, heeft de Rechtbank van Koophandel te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3bis, § 2 en § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, dat voor een rechtbank van koophandel in de mogelijkheid voorziet om een beroepsverbod uit te spreken van maximum 10 jaar, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, ondanks de
wet van 28 april 2011Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
28/04/2011
pub.
13/05/2011
numac
2011003190
bron
federale overheidsdienst financien
Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de vrijstelling van doorstorting van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen van sportbeoefenaars betreft
sluiten [lees : 2009], voor een gefailleerde die voor de rechtbank van koophandel wordt gedagvaard een andere regeling geldt dan voor een gefailleerde die voor de correctionele rechtbank wordt gedagvaard en voor wie de correctionele rechtbank een beroepsverbod kan uitspreken op grond van artikel 1bis van hetzelfde koninklijk besluit nr. 22, in het bijzonder doordat de voor de rechtbank van koophandel gedagvaarde gefailleerde geen uitstel van tenuitvoerlegging kan genieten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5156 van de rol van het Hof.
De griffier, P.Y. Dutilleux.