gepubliceerd op 30 juni 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 mei 2011 in zake Frederik Naert en Katrien Decuypere tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 mei « Schendt de bepaling van artikel 126, § 2, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 19(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 6 mei 2011 in zake Frederik Naert en Katrien Decuypere    tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof    is ingekomen op 19 mei 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te    Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt de bepaling van artikel 126, § 2, 4°, van het Wetboek van de    inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing voor aanslagjaar 2008,    de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in    behandeling invoert tussen, enerzijds, echtgenoten en wettelijk    samenwonenden waarvan slechts één partner een beroepsinkomsten    verwerft, die aan Belgische belastingen zijn onderworpen, en,    anderzijds, echtgenoten en wettelijk samenwonenden waarvan slechts één    partner beroepsinkomsten verwerft, maar die partner een internationaal    ambtenaar is, wiens bij overeenkomst vrijgestelde inkomsten meer    bedragen dan 8.250 EUR en niet in aanmerking komen voor de berekening    van de belasting op zijn andere inkomsten waarbij deze    echtgenoot/wettelijk samenwonende tevens beroepsinkomsten heeft    verworven die aan Belgische belastingen zijn onderworpen en voor het    overige is voldaan is aan de voorwaarden van artikel 87 WIB 92,    inzoverre de eerste categorie van belastingplichtigen steeds van het    voordeel van de bepaling van artikel 87 van hetzelfde Wetboek kunnen    genieten, ongeacht de hoogte van het inkomen en ongeacht of deze    echtgenoot of wettelijke samenwonende kostverdiener in de loop van het    belastbaar tijdperk van werk is veranderd, terwijl de tweede categorie    steeds is uitgesloten van de toepassing van de bepaling van artikel 87    van hetzelfde Wetboek ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5146 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.