Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 09 juli 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 21 mei 2010 in zake de gemeente Maasmechelen tegen Vital Boyen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2010, heeft de Vre « Schendt artikel 114 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van d(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010203630
pub.
09/07/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 21 mei 2010 in zake de gemeente Maasmechelen tegen Vital Boyen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2010, heeft de Vrederechter van het kanton Maasmechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 114 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat (B.S. 3 juli 2003) de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet doordat de bepaling erin voorziet dat inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen, die een toebehoren van de wedden vormen of ermee gelijkstaan, de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen zijn aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling bij een ter post aangetekende brief met vermelding van het totale bedrag van de teruggevorderde som met per jaar, de opgave van de ten onrechte uitgevoerde betalingen, de bepalingen in strijd waarmee de betalingen zijn gedaan, terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door de Gemeente ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4940 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^