gepubliceerd op 14 juni 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 29 maart 2010 in zake Yves De Waele tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2010, heeft de Rech 1. « Schendt artikel 37quinquies, § 4, van het Strafwetboek (ingevoegd door de wet van 17 apri(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 29 maart 2010 in zake Yves De Waele tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 37quinquies, § 4, van het Strafwetboek (ingevoegd door de
wet van 17 april 2002Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
17/04/2002
pub.
07/05/2002
numac
2002009412
bron
ministerie van justitie
Wet tot invoering van de werkstraf als autonome straf in correctionele zaken en in politiezaken
type
wet
prom.
17/04/2002
pub.
03/05/2002
numac
2002003211
bron
ministerie van financien
Wet tot wijziging van artikel 94 van het Wetboek der successierechten ingevolge het nieuwe lokalisatiecriterium voor het recht van successie zoals bepaald bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten
sluiten), geïnterpreteerd in die zin dat [...] de persoon die veroordeeld werd tot een werkstraf (gekoppeld aan een door de rechter voorziene vervangende straf die van toepassing kan worden verklaard ingeval de werkstraf niet wordt uitgevoerd) en deze werkstraf niet uitvoert voor een probatiecommissie moet komen met een adviserende functie die adviseert met het oog op de toepassing van de vervangende straf en haar beslissing, naar gelang het geval, beknopt of omstandig moet motiveren en waardoor het openbaar ministerie over een volledige beoordelings- en beslissingsbevoegdheid beschikt omtrent de al dan niet uitvoering van de vervangende straf, terwijl de op probatie gestelde veroordeelde op basis van een verslag tot herroeping van de probatiecommissie moet verschijnen voor de rechtbank van eerste aanleg middels dagvaarding van het openbaar ministerie en hierdoor alle rechtsmiddelen uit het Wetboek van Strafvordering kan inzetten (artikelen 13, §§ 3 en 4, en artikel 14, § 2, van de
wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/06/1964
pub.
27/11/2009
numac
2009000776
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? »; 2. « Is artikel 37quinquies, § 4, van het Strafwetboek in die zin geïnterpreteerd dat het elke rechterlijke controle uitsluit m.b.t. de beslissing inzake al dan niet uitvoering van de door de rechter voorziene vervangende straf in tegenstelling tot een op probatie gestelde veroordeelde in de zin van artikel 13, §§ 3 en 4, en artikel 14, § 2, van de
wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/06/1964
pub.
27/11/2009
numac
2009000776
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten, in strijd met het gelijkheidsbeginsel en non discriminatiebeginsel zoals verwoord in artikelen 10 en 11 van de Grondwet alsmede in strijd met het in artikel 6 EVRM vervatte recht op toegang tot een rechter ? »; 3. « Is artikel 37quinquies, § 4, van het Strafwetboek in die zin geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie niet aanwezig is op de terechtzitting van de probatiecommissie in tegenstelling tot een zitting voor bijvoorbeeld de correctionele rechtbank of strafuitvoeringsrechtbank, in strijd met het gelijkheidsbeginsel en non discriminatiebeginsel zoals verwoord in artikelen 10 en 11 van de Grondwet alsmede in strijd met artikel 6 EVRM ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4914 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.