gepubliceerd op 19 mei 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 30 maart 2010 in zake Philippe Compernolle tegen Ann-Lisbeth De Zegher en Laurens Compernolle, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekom « Schendt artikel 626 van het Gerechtelijk Wetboek het gelijkheidsbeginsel uitgedrukt in de artikel(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 30 maart 2010 in zake Philippe Compernolle tegen Ann-Lisbeth De Zegher en Laurens Compernolle, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 april 2010, heeft de Vrederechter van het tweede kanton Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 626 van het Gerechtelijk Wetboek het gelijkheidsbeginsel uitgedrukt in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer het wordt toegepast in die zin dat de rechter van de woonplaats van de onderhoudsgerechtigde wel territoriaal bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot toekenning of aanpassing van een in artikel 591, 7° van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde onderhoudsbijdrage, terwijl de rechter van de woonplaats van de onderhoudsplichtige territoriaal niet bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot afschaffing of aanpassing van een in artikel 591, 7° van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde onderhoudsbijdrage ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4913 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.