gepubliceerd op 31 maart 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 februari 2010 in zake A. R.A. tegen N.G. en C.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 februari 2010, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 329bis, § 2, 3e lid, B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 12 februari 2010 in zake A. R.A. tegen N.G. en C.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 329bis, § 2, 3e lid, B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de Rechtbank de mogelijkheid biedt de erkenning te weigeren als ze kennelijk strijdig is met de belangen van het kind als het verzoek een kind betreft dat op het tijdstip van de indiening van het verzoek een jaar of ouder is, terwijl voor het verzoek dat wordt ingeleid binnen het jaar na de geboorte slechts een controle kan gebeuren naar de biologische werkelijkheid ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4875 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.