gepubliceerd op 25 januari 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 september 2009 in zake de bvba « Docteur Pierre Debay » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 n 1. « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in die zin geïnte(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 17 september 2009 in zake de bvba « Docteur Pierre Debay » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 november 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in die zin geïnterpreteerd dat een uitgave enkel als beroepskosten aftrekbaar is indien zij noodzakelijkerwijs is verbonden met de activiteit van de vennootschap of met het maatschappelijk doel ervan, terwijl eender welk door dezelfde vennootschap voortgebracht inkomen een beroepskarakter heeft en in beginsel belastbaar is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? »;2. « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in die zin geïnterpreteerd dat een uitgave enkel als beroepskosten aftrekbaar is indien zij noodzakelijkerwijs is verbonden met de activiteit van de vennootschap of met het maatschappelijk doel ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij onder de aan de vennootschapsbelasting onderworpen vennootschappen een verschil in behandeling invoeren naar gelang van hun statutair doel, aangezien dezelfde kosten die worden gedragen om dezelfde belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden, aftrekbaar zijn indien de inkomsten voortkomen uit een activiteit die valt onder het statutair doel van de vennootschap en niet aftrekbaar zijn indien de inkomsten voortkomen uit een activiteit die niet onder dat statutair doel valt ? »;3. « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in die zin geïnterpreteerd dat een uitgave enkel als beroepskosten aftrekbaar is indien zij noodzakelijkerwijs is verbonden met de activiteit van de vennootschap of met het maatschappelijk doel ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling invoeren tussen twee categorieën van personen die aan de inkomstenbelasting zijn onderworpen, namelijk, enerzijds, de vennootschappen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen en waarvan een deel van de kosten die zijn gedaan om inkomsten te verkrijgen of te behouden, niet aftrekbaar zouden zijn en, anderzijds, de natuurlijke personen die aan de personenbelasting zijn onderworpen en wier kosten die zijn gedaan om inkomsten te verkrijgen, altijd aftrekbaar zijn, ofwel van hun beroepsinkomsten, ofwel van hun andere diverse, roerende of onroerende inkomsten, en wier inkomsten alleen op het nettobedrag belastbaar zijn ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4819 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.