MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Bericht van goedkeuring van het 4e plan van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de preventie en het beheer van afval In toepassing van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afval keurde de Brusselse Gewestregering op 11 maart 2010 het 4e plan voor de preventie en het beheer van afval goed.

Het plan, de kennisgeving van de vergadering van 11 maart 2010 en de milieubeleidsverklaring kunnen worden gedownload op http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Particuliers/informer.be Of beschikbaar op aanvraag bij Leefmilieu Brussel - BIM, Gulledelle 100, 1200 Brussel, 02-775 75 75.

Inhoudstafel : 1. INLEIDING 2.MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN VAN HET AFVALBEHEER IN HET BRUSSELS GEWEST 2.1. De ontwikkelingen van het Europese beleid 2.2. De bijzonderheden van het Brusselse afvalbeheer 3. DRAAGWIJDTE, DUUR, TERMIJNEN EN STRUCTUUR VAN HET PLAN 4.HUISHOUDELIJK AFVAL 4.1. De vermindering aan de bron 4.1.1. De strijd tegen de voedselverspilling 4.1.2. De strijd tegen de papierverspilling 4.1.3. De strijd tegen overbodige verpakkingen 4.1.4. De strijd tegen gadgets en overbodige aankopen 4.1.5. De vermindering van organisch afval 4.1.6. Een ambitieus beleid inzake duurzame aankopen 4.2. Hergebruik en tweedehandsartikelen bevorderen Hergebruikacties van sociale-economiebedrijven ondersteunen 4.3. Het beheer van afval 4.3.1. Rol van overheid blijft overheersen bij afvalbeheer 4.3.2. Organisch afval valoriseren via biogaswinning 4.3.3. De modernisering van de verwerkingstools voor PMD en papier 4.3.4. Selectieve inzamelingen met het oog op recycling verhogen met 50 % tegen 2014 (in vergelijking met de resultaten van 2007) 4.3.5. Het energierendement van Brussel Energie verbeteren. 4.3.6. Containerparken en andere actiemiddelen 4.3.7. Inzameling in verticale woonvorm 4.3.8. Ingegraven containers 5. GELIJKGESTELD AFVAL 5.1. Beperking aan de bron 5.1.1. Afvalpreventie en duurzaam verbruik in kantoren promoten 5.1.2. Afvalpreventie en duurzaam verbruik in de scholen promoten 5.1.3. De afvalpreventie en het duurzame verbruik in de handel en de horeca promoten 5.2. Het beheer 5.2.1. De wetgeving inzake inzameling en verwerking van afval afkomstig van de activiteit van de economische privéondernemers verduidelijken. 6. INDUSTRI"LE, SPECIFIEKE OF GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN 6.1. De ondernemingen helpen om hun afvalstoffen te verminderen en beter te beheren 6.2. De ongewenste afvalstromen scheiden 38 6.3. een geïntegreerde « ecoconstructie » benadering ontwikkelen 7. DE ECONOMISCHE EN WETTELIJKE INSTRUMENTEN 7.1. Regelgeving vereenvoudigen 7.2. Invoeren van een sorteerplicht 7.3. Het principe van de vervuiler betaalt doen naleven op het niveau van de economische operatoren 7.4. Herziening van de soorten containers die ter beschikking worden gesteld aan de gezinnen 7.5. Harmoniseren van de belasting op de afvalverbranding 7.6. Aanpassing van de afvalverwerkingstarieven 7.7. Heroriënteren van de steun en subsidies voor preventie, hergebruik en recyclage 7.8. Bestuderen van de opportuniteit om het principe van de vervuiler betaalt toe te passen voor alle afvalproducenten 8. DE TERUGNAMEVERPLICHTINGEN 8.1. Versterken van de overheidscontrole en harmoniseren van de bestaande stelsels 8.2. Verantwoordelijkheid van producenten van gevaarlijke afvalstoffen 8.3. Benaderingen per afvalstroom 8.3.1. Verpakkingen 8.3.2. Loodvrije batterijen en accu's en loodstartbatterijen 8.3.3. Afgedankte voertuigen 8.3.4. Banden 8.3.5. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten 8.3.6. Papier 8.3.7. Geneesmiddelen 8.3.8. Gebruikte voedingsoliën en -vetten 8.3.9. Minerale oliën 8.3.10. Fotografisch afval 9. SUPRAGEWESTELIJKE, INTERGEWESTELIJKE EN INTERNATIONALE SAMENWERKING 10.EVALUATIEMIDDELEN EN FOLLOW-UP VAN HET PLAN 10.1. Betere opvolging van gegevens 10.2. De medewerking verzekeren van alle actoren aan de uitwerking van het plan 11. VERPAKKINGSAFVAL 11.1. Vermindering aan de bron 11.2. Toepassing van de terugnameplicht Bijlage 1 : Begrotingsvoorstel ................................................................69 Bijlage 2 : Berekeningsmethoden van het preventiepotentieel opgenomen in het plan ...................................................................................... 71