Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 oktober 2010

Voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen Dit bericht dient tot wijziging van de eerder in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijsten met werkzame stoffen(...) In deze lijsten worden volgende wijzigingen aangebracht : 1) In rij 123 met betrekking tot cloth(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024415
pub.
29/10/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen Dit bericht dient tot wijziging van de eerder in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijsten (laatste aanvulling : Belgisch Staatsblad van 4 mei 2010) met werkzame stoffen opgenomen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, waarnaar wordt verwezen in het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.

In deze lijsten worden volgende wijzigingen aangebracht : 1) In rij 123 met betrekking tot clothianidin wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel A vervangen door : « DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel : - mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt; - moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat : - op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met clothianidin is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven; - de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten; - monitoringprogramma's worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan clothianidin in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren. » 2) In rij 142 met betrekking tot thiamethoxam wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel A vervangen door : « DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel : - mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt; - moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat : - op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met thiametoxam is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven; - de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten; - monitoringprogramma's worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan thiametoxam in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren. » 3) In rij 163 met betrekking tot fipronil wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel A vervangen door : « Mag als rodenticide, talpicide en leporicide alleen voor outdoortoepassingen worden toegelaten.» 4) In rij 163 met betrekking tot fipronil wordt in de kolom « Specifieke bepalingen », deel B, de volgende zin geschrapt : « - het gebruik van geschikte apparatuur waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening tot een minimum wordt beperkt.» 5) In rij 222 met betrekking tot imidacloprid wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel A vervangen door : « DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen en vogels, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel : - mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt; - moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens te toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat : - op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met imidacloprid is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven; - de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten; - monitoringprogramma's worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan imidacloprid in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren. » 6) In rij 222 met betrekking tot imidacloprid wordt in de kolom « Specifieke bepalingen », deel B, de volgende zin geschrapt : « - de bescherming van honingbijen, met name bij spuittoepassingen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.» 7) In rij 177 betreffende clofentezine wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clofentezine, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan : - de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd; - de veiligheid van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven; - de mogelijke verspreiding door de lucht over langere afstand; - het risico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever uiterlijk 31 juli 2011 bij de Commissie een monitoringprogramma indient ter beoordeling van de mogelijke verspreiding door de lucht over langere afstand van clofentezine en de bijbehorende risico's voor het milieu. De resultaten van dat monitoringprogramma moeten uiterlijk 31 juli 2013 in de vorm van een monitoringverslag bij de als rapporteur optredende lidstaat en de Commissie worden ingediend.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever uiterlijk 30 juni 2012 bevestigende studies betreffende de toxicologische en milieurisicobeoordeling van de metabolieten van clofentezine bij de Commissie indient. » 8) In rij 180 betreffende diflubenzuron wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diflubenzuron, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan : - de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd; - de bescherming van in het water levende organismen; - de bescherming van op het land levende organismen; - de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, met inbegrip van bijen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever uiterlijk 30 juni 2011 verdere studies ter beoordeling van de potentiële toxicologische relevantie van de onzuiverheid en metaboliet 4-chlooraniline (PCA) bij de Commissie indient. » 9) In rij 182 betreffende lenacil wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over lenacil, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan : - het risico voor in het water levende organismen in het bijzonder algen en waterplanten. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones tussen behandelde percelen en oppervlaktewateren; - de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreiniging met de metabolieten IN-KF 313, M1, M2 en M3 in kwetsbare gebieden te controleren.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever bij de Commissie bevestigende informatie indient over de identiteit en kenmerken van de bodemmetabolieten Polar B en Polars en de metabolieten M1, M2 en M3 die bij lysimeterstudies zijn gevonden en bevestigende gegevens over wisselgewassen, met inbegrip van mogelijke fytotoxische effecten. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt.

Wanneer bij een beslissing betreffende de indeling van lenacil overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG wordt vastgesteld dat verdere informatie over de relevantie van de metabolieten IN-KE 121, IN-KF 313, M1, M2, M3, Polar B en Polars noodzakelijk is, moeten de betrokken lidstaten verzoeken om de overlegging van dergelijke informatie. Zij zorgen ervoor dat de kennisgever die informatie binnen zes maanden na de kennisgeving van een dergelijke indelingsbeslissing aan de Commissie verstrekt. 10) In rij 183 betreffende oxadiazon wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oxadiazon, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan : - de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd; - de mogelijkheid van grondwaterverontreiniging door de metaboliet AE0608022, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in situaties waarin naar verwachting langdurige anaerobe omstandigheden kunnen voorkomen of in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient : - verdere studies ter beoordeling van de potentiële toxicologische relevantie van een onzuiverheid in de voorgestelde technische specificatie; - informatie ter nadere verduidelijking van het optreden van de metaboliet AE0608033 bij primaire en wisselgewassen; - verdere proeven bij wisselgewassen (namelijk bij hakvruchten en granen) en een onderzoek naar de stofwisseling van herkauwers ter bevestiging van de risicobeoordeling voor de consument; - informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor zich met regenwormen voedende vogels en zoogdieren en over het langetermijnrisico voor vis.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt. » 11) In rij 184 betreffende picloram wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over picloram, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan : - de mogelijkheid van grondwaterverontreiniging, wanneer picloram wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient : - nadere informatie ter bevestiging dat bij de residuproeven toegepaste analysemethode voor monitoring de residuen van picloram en de conjugaten daarvan correct kwantificeert; - een onderzoek naar de bodemfotolyse ter bevestiging van de evaluatie van de afbraak van picloram. » Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt. 12) In rij 185 betreffende pyriproxyfen wordt in de kolom « Specifieke bepalingen » deel B vervangen door : « DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyriproxyfen, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan : - de veiligheid van de toedieners, waarbij er zo nodig voor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven; - het risico voor in het water levende organismen. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever nadere informatie bij de Commissie indient ter bevestiging van de risicobeoordeling met betrekking tot twee punten, namelijk betreffende het aan pyriproxyfen en de metaboliet DPH-pyr verbonden risico voor waterinsecten en het aan pyriproxyfen verbonden risico voor bestuivers. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt. »

^