gepubliceerd op 24 april 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 9 maart 2009 in zake Christine Ineza tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof « A. Schendt artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, dat de mogelijkheid van kantonnement uitslu(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 9 maart 2009 in zake Christine Ineza tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2009, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : « A.Schendt artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, dat de mogelijkheid van kantonnement uitsluit wanneer het gaat om een schuldvordering tot levensonderhoud, in die zin geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op het subjectieve recht op maatschappelijke dienstverlening, in zoverre dit geen schuldvordering tot levensonderhoud in de zin van die bepaling zou zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet, artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en artikel 1 van het Aanvullend Protocol van 20 maart 1952 ? »; « B. Schendt artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, dat de mogelijkheid van kantonnement uitsluit wanneer het gaat om een schuldvordering tot levensonderhoud, in die zin geïnterpreteerd dat het van toepassing is op het subjectieve recht op maatschappelijke dienstverlening, in zoverre dit een schuldvordering tot levensonderhoud in de zin van die bepaling zou zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet, artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en artikel 1 van het Aanvullend Protocol van 20 maart 1952 ? ». b. Bij vonnis van 9 maart 2009 in zake Emilie Goffinet tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2009, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : « A.Schendt artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, dat de mogelijkheid van kantonnement uitsluit wanneer het gaat om een schuldvordering tot levensonderhoud, in die zin geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op het recht op leefloon, in zoverre dit, geen schuldvordering tot levensonderhoud in de zin van die bepaling zou zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? »; « B. Schendt artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek, dat de mogelijkheid van kantonnement uitsluit wanneer het gaat om een schuldvordering tot levensonderhoud, in die zin geïnterpreteerd dat het van toepassing is op het recht op leefloon, in zoverre dit, een schuldvordering tot levensonderhoud in de zin van die bepaling zou zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4660 en 4661 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.