gepubliceerd op 09 april 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 maart 2009 in zake de bvba « Bijouterie David Doutrepont & Cie » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingek « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in die zin geïnterpr(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989    Bij vonnis van 5 maart 2009 in zake de bvba « Bijouterie David    Doutrepont & Cie » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter    griffie van het Hof is ingekomen op 11 maart 2009, heeft de Rechtbank    van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schenden de artikelen 49 en 183 van het Wetboek van de    inkomstenbelastingen, in die zin geïnterpreteerd dat een uitgave enkel    als beroepskosten aftrekbaar is indien zij noodzakelijkerwijs is    verbonden met de activiteit van de vennootschap of met het    maatschappelijk doel ervan, terwijl eender welk door dezelfde    vennootschap voortgebracht inkomen een beroepskarakter heeft en in    beginsel belastbaar is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4656 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.