Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 02 april 2009

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 februari 2009 in zake Monique Mellaerts tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 februari 2009, he « Schenden - artikel 77 § 2.b. van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde,(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2009201479
pub.
02/04/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 februari 2009 in zake Monique Mellaerts tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 februari 2009, heeft de Arbeidsrechtbank te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden - artikel 77 § 2.b. van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, - artikel 5 § 1.3° van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, in zoverre het uitgevoerd is door artikel 15, § 1.2°b., van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen en - artikel 96 3°b van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat : - eerst genoemde bepaling de vrijstelling van de BTW bij aankoop van een autovoertuig, - tweede genoemde bepaling de vrijstelling van de verkeersbelasting op autovoertuigen en - derde genoemde bepaling de vrijstelling van de verkeersbelasting op inverkeerstelling, voorbehouden aan personen, die volledig blind zijn, volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of waarvan de bovenste ledematen geamputeerd zijn, op personen met een blijvende invaliditeit die rechtstreeks te schrijven is aan de onderste ledenmaten en tenminste 50 % bedraagt en die voordelen niet toekennen aan personen, die een invaliditeit of een handicap (oa. wegens aandoeningen van het hart, de longen, de ruggengraat, de hersenen of van andere organen, die de mobiliteit van de betrokkenen aantasten) vertonen en waarvoor een voertuig onontbeerlijk is om tegemoet te komen aan de ontoereikendheid van de persoonlijke voortbewegingsmiddelen van deze personen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4639 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^