FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

Administratie der douane en accijnzen. - Vrijstelling van accijnzen en BTW voor het tanken in pompstations van energieproducten in het kader van diplomatieke en consulaire betrekkingen Gepubliceerd met toepassing van artikel 7, § 1 van het ministerieel besluit van 14 mei 2004 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, gewijzigd met het ministerieel besluit van 13 oktober 2009. 1. Bij elk gebruik van een tankkaart waarbij de vrijstelling van accijnzen en BTW wordt ingeroepen moet de uitgever van deze kaart de volgende informatie kunnen verstrekken aan de bevoegde controlediensten van de FOD Financiën : a) kaartnummer, dossiernummer en naam van de begunstigde zoals geregistreerd door de FOD Buitenlandse Zaken;b) datum, tijd, plaats van de transactie;c) product, aantal getankte liters en transactieprijs;d) 136 F nummer;e) verificatienummer (is de rechtstreekse elektronische controle door de accijns- en BTW-diensten waarbij de vrijstelling bij de transactie is toegestaan);f) per tankbeurt, het bedrag aan accijnzen en BTW waarvoor vrijstelling wordt verleend.2. In het IT-systeem moeten minimaal de volgende directe controles zijn ingebouwd : a) de tankkaart bestaat en is nog geldig (door vergelijking met de lijst van de niet betaalde kaarten, de verloren of gestolen kaarten, de kaarten die op verzoek van de FOD Financiën werden geblokkeerd of nog, de betrokkene op het ogenblik van de tankbeurt nog recht heeft op de vrijstelling);b) de geldigheidsduur van de tankkaart is niet verstreken;c) de tankkaart wordt uitsluitend gebruikt in België;d) de gebruikte pincode is correct;e) knipperlicht bij driemaal tanken per 24 uur;f) tankkaart enkel geldig voor een bepaalde hoeveelheid van het type brandstof vermeld op het document 136F;g) geldigheidsduur van de tankkaart is gelimiteerd tot deze van het document 136 F;h) link tussen de bankrekening van de kaarthouder en de tankkaart;i) de FOD Financiën moet rechtstreekse toegang hebben tot het IT-systeem;j) aantal kaarten verbonden aan het document 136F. 3 De fysieke overhandiging van de persoonlijke tankkaart en de individuele pincode gebeurt door afzonderlijke schriftelijke communicatie tussen de uitgever van de kaart en de kaarthouder. De pincode mag, onder welke vorm ook, niet worden vermeld op de kaart.

De betaling van de getankte hoeveelheden met deze kaart gebeurt uitsluitend en volledig na de voltooiing van de transactie (zogenaamde postpaid kaart). 4. De FOD Financiën kan de tankkaarten op de eigenschappen vermeld in cijfers 1 tot en met 3 controleren vooraleer deze aan de diplomatieke en consulaire ambtenaren worden verdeeld.5. Dit bericht is van toepassing vanaf 1 januari 2010. De Administrateur douane en accijnzen, N. COLPIN