gepubliceerd op 05 januari 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 november 2008 in zake J.-J. P. tegen G.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2008, heeft de Vrederechter van « Schendt de interpretatie van paragraaf 7 van het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek vo(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 november 2008 in zake J.-J. P. tegen G.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2008, heeft de Vrederechter van het kanton Namen 2 de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de interpretatie van paragraaf 7 van het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek volgens welke die bepaling niet van toepassing zou zijn op de personen die door onderlinge toestemming uit de echt zijn gescheiden vóór de inwerkingtreding van het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek, de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en/of 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 6.1 en 6.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4562 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.