gepubliceerd op 18 september 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 23 juni 2008 in zake J.-P. R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2008, heeft de raadkamer van de Rechtbank van « Schendt artikel 479 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 23 juni 2008 in zake J.-P. R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2008, heeft de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 479 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de raadsheer in sociale zaken niet begrijpt onder de magistraten en ambtsdragers welke voor de misdaden en wanbedrijven door hen gepleegd buiten hun ambt, slechts op vordering van de procureur-generaal bij het hof van beroep kunnen worden gedagvaard voor het hof van beroep, terwijl de raadsheer in sociale zaken krachtens artikel 103 van het Gerechtelijk Wetboek deel uitmaakt van het arbeidshof en krachtens artikel 104 van het Gerechtelijk Wetboek samen met een raadsheer in het arbeidshof mede kennisneemt van zaken die tot de bevoegdheid van dat hof behoren, en voor hem dezelfde waarborgen als voor de raadsheer in het arbeidshof verantwoord kunnen lijken ? ».
Die zaak, ingeschreven onder nummer 4483 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 4447.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.