Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 mei 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 april 2008 in zake Christiane Liekens tegen Ivo Van Strydonck, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 april 2008, heeft de « Schendt artikel 1258 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoerd bij wet van 27 april 2007 betreffend(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008201777
pub.
23/05/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 april 2008 in zake Christiane Liekens tegen Ivo Van Strydonck, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 april 2008, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1258 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoerd bij wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding (Belgisch Staatsblad 7 juni 2007), gelezen in samenhang met de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat (Belgisch Staatsblad 31 mei 2007, tweede editie), het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? Door het feit dat artikel 1258, lid 2, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de gerechtskosten ten laste worden gelegd van de eisende partij wanneer de echtscheiding wordt uitgesproken op grond van artikel 229, § 3, van het Burgerlijk Wetboek.

Terwijl volgens artikel 1258, lid 1, van het Gerechtelijk Wetboek de kosten, behoudens andersluidende overeenkomst, worden verdeeld onder de partijen wanneer de echtscheiding is uitgesproken op grond van de artikelen 229, §§ 1 en 2, van het Burgerlijk Wetboek, met dien verstande dat wanneer de echtscheiding is uitgesproken op grond van artikel 229, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, de rechter anders kan beslissen rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak ».

Die zaak, ingeschreven onder nummer 4454 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 4381 en 4425.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^