Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 19 december 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 oktober 2007 in zake Daniël Laleman tegen de « Vlaamse Landmaatschappij » en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is in « Schenden de artikelen 21, § 6, en 33ter, § 1, 1°, a), van het Vlaamse decreet van 23 ja(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2007203583
pub.
19/12/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 oktober 2007 in zake Daniël Laleman tegen de « Vlaamse Landmaatschappij » en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 oktober 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 21, § 6, en 33ter, § 1, 1°, a), van het Vlaamse decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet doordat ten laste van de exploitant van een landbouw- of veeteeltinrichting, die een nutriëntenhalte overschrijdt dat lager is dan 300 kg difosforpentoxide of aan wie geen nutriëntenhalte werd toegekend, een superheffing (SH1) wordt opgelegd die berekend is op de volledige productie dierlijk mest uitgedrukt in stikstof en difosforpentoxide, terwijl voor de producenten wiens productie 300 kg difosforpentoxide niet overschrijdt, een volledige vrijstelling geldt ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4319 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^