gepubliceerd op 08 juni 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 april 2007 in zake Dirk Aerts tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 april 2007, heeft de Politi « Schendt artikel 100, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördin(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 april 2007 in zake Dirk Aerts tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 april 2007, heeft de Politierechtbank te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 100, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het voorziet in een vijfjarige verjaringstermijn voor een vordering tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid, aanvang nemend op de eerste januari van het begrotingsjaar waarin zij is ontstaan, ook wanneer de schade weliswaar niet onmiddellijk, maar wel vóór het verstrijken van de vijfjarige termijn, tot uiting is gekomen, terwijl de verjaringstermijn voor een dergelijke vordering gericht tegen een particulier slechts een aanvang neemt vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4197 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.