gepubliceerd op 15 december 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 november 2006 in zake de NV « R+V Real Estate Belgium » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter gri « Schenden de artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van 23 juli 1992 van (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 november 2006 in zake de NV « R+V Real Estate Belgium » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 november 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van 23 juli 1992 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gewestbelasting ten laste van de bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, artikel 170, § 2, van de Grondwet, het artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 betreffende de in artikel 110, §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid, in die mate dat een gewestelijke belasting wordt ingevoerd ten laste van bepaalde houders van een zakelijk recht of van een recht van gebruik op onroerende eigendommen die niet voor bewoning bestemd zijn terwijl het de gewesten verboden zou zijn belastingen te heffen op de materie die reeds belast wordt door de onroerende voorheffing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4071 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.