gepubliceerd op 19 september 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 25 juli 2006 in zake de NV Etablissements J. Stiernon & fils tegen de NV Artisans Bâtisseurs, waarvan de expeditie ter griffie « Schendt artikel 44, tweede lid, van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 25 juli 2006 in zake de NV Etablissements J. Stiernon & fils tegen de NV Artisans Bâtisseurs, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 augustus 2006, heeft de Rechtbank van Koophandel te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 44, tweede lid, van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het preciseert dat, wanneer de schuldenaar failliet wordt verklaard in de loop van het akkoord, de schuldeisers die met hem een verbintenis hebben aangegaan tijdens het akkoord met medewerking, machtiging of bijstand van de commissaris inzake opschorting, worden beschouwd als schuldeisers van de failliete boedel terwijl, wanneer de schuldenaar zijn ontbinding goedkeurt, met toepassing van artikel 45 van dezelfde wet, de schuldeisers die met hem tijdens het akkoord een verbintenis hebben aangegaan onder dezelfde voorwaarden, niet als schuldeisers van de boedel van de vereffening worden beschouwd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4035 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.