Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 07 oktober 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 juni 2005 in zake het openbaar ministerie tegen M. Degrave en de n.v. Voeders Degrave, waarvan de expeditie ter griffie van het " Schendt artikel 146, derde en vierde lid [lees : 3° en 4°], van het decreet [van het Vlaamse(...)

bron
arbitragehof
numac
2005202632
pub.
07/10/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 juni 2005 in zake het openbaar ministerie tegen M. Degrave en de n.v. Voeders Degrave, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 september 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Ieper de volgende prejudiciële vraag gesteld : " Schendt artikel 146, derde en vierde lid [lees : 3° en 4°], van het decreet [van het Vlaamse Gewest] op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, neergelegd in artikel 12, tweede lid, en artikel 14 van de Grondwet, aldus geïnterpreteerd dat het geen toepassing kent op gebieden die in de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de plannen van aanleg zijn aangewezen als ' landschappelijk waardevolle agrarische gebieden ' doordat zulke gebieden moeten worden geacht ' agrarische gebieden met bijzondere bestemming te zijn en mitsdien kwetsbare gebieden ' ? ".

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3769 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^