gepubliceerd op 02 september 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 11 juli 2005 in zake G. Forget en A. Paul tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingek « Schendt de bepaling van artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen de artikelen(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 11 juli 2005 in zake G. Forget en A. Paul tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 juli 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij, voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen van een persoon die kan worden aangemerkt als ten laste van een belastingplichtige, uitsluitend het integrale bedrag van de tegemoetkomingen die ten laste van de Schatkist worden toegekend aan gehandicapten, niet in aanmerking neemt, terwijl de toekenning van die tegemoetkomingen kan zijn geweigerd wegens de uitbetaling van wettelijke uitkeringen, zoals die welke door een ziekenfonds verschuldigd zijn, waarvan het bedrag niet wordt uitgesloten van het bedrag van de nettobestaansmiddelen van de rechthebbende ervan voor de toepassing van artikel 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, of het bedrag van die tegemoetkomingen in voorkomend geval werd verminderd met dat van die wettelijke uitkeringen, dat hoe dan ook in aanmerking wordt genomen voor het vaststellen van de omvang van de bestaansmiddelen van de rechthebbende ervan ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3757 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.