Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 17 maart 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 10 februari 2005 in zake H. Louatri, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 februari 2005, « Schendt artikel 320, 4°, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat(...)

bron
arbitragehof
numac
2005200750
pub.
17/03/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 10 februari 2005 in zake H. Louatri, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 320, 4°, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aan de biologische vader - en dus aan het kind, wanneer dit laatste meer dan 300 dagen na de feitelijke scheiding van de echtgenoten is geboren - de mogelijkheid biedt het biologisch vaderschap in de plaats te stellen van het wettelijk vaderschap alleen in die gevallen waarin de echtscheiding van de moeder en van de wettelijke vader van het kind is uitgesproken krachtens de artikelen 229, 232 [lees : 231] of 232 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij aldus wordt uitgesloten dat ten aanzien van diezelfde personen dezelfde datum van feitelijke scheiding in aanmerking kan worden genomen indien het huwelijk van de moeder en de wettelijke vader nietig werd verklaard ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3630 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^