gepubliceerd op 30 augustus 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij vonnis van 28 juni 2004 in zake de n.v. Dexia Lease Services tegen M. Muylle en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitr « Schendt artikel 44 van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord, aldus geïnte(...)
ARBITRAGEHOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989 op het Arbitragehof    a. Bij vonnis van 28 juni 2004 in zake de n.v. Dexia Lease Services    tegen M. Muylle en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het    Arbitragehof is ingekomen op 5 juli 2004, heeft de Rechtbank van    Koophandel te Ieper de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 44 van de wet van 17 juli 1997 betreffende het    gerechtelijk akkoord, aldus geïnterpreteerd dat schulden, aangegaan    gedurende de akkoordprocedure, enkel maar bij toepassing van de tweede    alinea van bedoeld artikel 44 als boedelschulden van het faillissement    kunnen worden beschouwd, indien de schuldenaar failliet wordt    verklaard in de loop van de akkoordprocedure, de artikelen 10 en 11    van de Grondwet ? » b. Bij vonnis van 30 juni 2004 in zake I.Feys tegen J. Decadt, met    vrijwillig tussenkomende partijen KBC Lease en anderen, waarvan de    expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 juli    2004, heeft de Rechtbank van Koophandel te Veurne de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 44 van de wet van 17 juli 1997 betreffende het    gerechtelijk akkoord, aldus geïnterpreteerd dat schulden, aangegaan    gedurende de akkoordprocedure, niet bij toepassing van de tweede    alinea van bedoeld artikel 44 als boedelschulden van het faillissement    kunnen worden beschouwd, indien de akkoordprocedure eerst aanleiding    geeft tot of gevolgd wordt door de in vereffeningstelling van de    schuldenaar (rechtspersoon), en pas nadien overgaat in een    faillissementsprocedure, de artikelen 10 en 11 van de grondwet ? »    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3052 en 3060 van de rol van    het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, L. Potoms.