gepubliceerd op 30 juli 2004
Bericht Overeenkomstig artikel 5, § 2, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten deelt de Waalse Regering mee dat ze op 18 maart 2004 het onderstaande ontwerp van overeenkomst in eerste lezing heeft aangenome Geschreven opmerkingen kunnen binnen een maand na deze bekendmaking gericht worden aan de « Office (...)
Bericht Overeenkomstig artikel 5, § 2, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten deelt de Waalse Regering mee dat ze op 18 maart 2004 het onderstaande ontwerp van overeenkomst in eerste lezing heeft aangenomen.
Geschreven opmerkingen kunnen binnen een maand na deze bekendmaking gericht worden aan de « Office wallon des déchets » (Waalse Dienst voor Afvalstoffen), avenue Prince de Liège 15, te 5100 Jambes.
De Regering en de instellingen die het ontwerp van overeenkomst hebben opgemaakt, zullen de ingediende opmerkingen en adviezen onderzoeken en, in voorkomend geval, het ontwerp van overeenkomt wijzigen alvorens het definitief aan te nemen.
MILIEUOVEREENKOMST BETREFFENDE DE UITVOERING VAN DE TERUGNAMEPLICHT INZAKE ZAKLAMPEN Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, en gedeeltelijk vernietigd door het arrest nummer 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, inzonderheid op artikel 8, 2°, gewijzigd bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 15 februari 2001, bij het decreet van 20 december 2001 tot invoering van een terugnameplicht van bepaalde goederen of afvalstoffen, het decreet van 20 december 2001 betreffende de invoering van de euro, bij het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, bij het decreet van 19 september 2002 tot wijziging van de decreten van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, het decreet van 15 mei 2003 tot wijziging van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 11 september 1999 betreffende de milieuvergunning en bij het decreet van 16 oktober 2003;
Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;
Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor gebruikte batterijen, in het Belgisch Staatsblad van 30 juli 2004, aangekondigd in twee Franstalige dagbladen, in een Duitstalig dagblad en op de websites van het Directoraat-Generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (D.G.R.N.E.) en het Directoraat-Generaal Technologieën, Onderzoek en Energie (D.G.T.R.E.);
Gelet op het verbintenisprotocol betreffende de selectieve inzameling en de verwerking van zaklampen van 17 juni 1997, verlengd tot 31 december 2002 d.m.v. een aanhangsel;
Overwegende dat het geboden is, enerzijds, de sectoren die zaklampen produceren, geleidelijk te responsabiliseren en, anderzijds, de recyclage van zaklampen te bevorderen om het storten en verbranden ervan drastisch te beperken;
Overwegende dat het geboden is de eenheid van de Belgische markt van de zaklampen in stand te houden;
Komen de hiernavolgende partijen : 1° Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de heer J.-Cl. Van Cauwenberghe, Minister-President van de Waalse Regering en door de heer M. Foret, Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, hierna « het Gewest » genoemd; 2° De volgende organisaties : a) De Federatie van de Elektriciteit en van de Elektronica V.Z.W., met maatschappelijke zetel aan de E. Plaskysquare 92/94, bus 1, te Brussel, vertegenwoordigd door de heer Yves De Coorebyter, gedelegeerd bestuurder van de FEE en door de heer Philippe Celis, bestuurder van de FEE; b) BEBAT, met maatschappelijke zetel aan de Lambermontlaan 342, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Peter Coonen, voorzitter en door de heer Yves Van Doren, directeur-generaal hierna genoemd « de Organisaties », overeen wat volgt : HOOFDSTUK I.- Algemene bepalingen Afdeling 1. - Voorwerp van de overeenkomst
Artikel 1.Voorwerp van huidige overeenkomst is de bepaling van de modaliteiten voor de uitvoering van de terugnameplicht voor zaklampen, overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan. Ze beoogt tevens het streven naar een geharmoniseerde aanpak van het beheer van de zaklampen in de drie Gewesten.
Deze overeenkomst heeft tot doel : 1. borg staan voor milieuzorg, aan de hand van de bevordering, in volgorde, van het hergebruik, de recyclage en de terugwinning van energie, om storten te vermijden;2. een systeem invoeren voor de terugnameplicht voor afval van zaklampen, ten laste van de bedrijven die dergelijke uitrusting produceren en/of op de markt brengen;3. de inzameling, de groepering en de verwerking van het afval van zaklampen voor het hele Waalse Gewest organiseren;4. een goed presterend systeem instellen voor de opvolging van de zaklampen, te beginnen bij de productie, over de commercialisering tot hun verwerking op het einde van hun levensduur. Afdeling 2. - Concepten en definities
Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst, dient verstaan onder : 1° het « decreet » : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd;2° het « besluit » : het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;3° het « begeleidingscomité » : het comité ingesteld overeenkomstig artikel 14 van deze overeenkomst;4° « zaklamp » : elektrisch en autonoom toestel, dat een geheel vormt vanaf zijn ontwerp tot zijn productie, met als hoofdfunctie de verlichting van één of meer elementen in omgeving dat, buiten het lampje, losse onderdelen bevat die dienen voor het vastmaken, de bescherming of de energietoevoer van deze lamp en dat, voor zijn werking, niet aangesloten hoeft te zijn op het elektriciteitsnet en onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst valt;5° « gebruikte zaklamp » : elke zaklamp waarvan de houder zich ontdoet of zich wil of moet ontdoen;6° « producent » : elke natuurlijke of rechtspersoon die zaklampen fabriceert en op de markt brengt in het Waalse Gewest;7° « invoerder » : elke natuurlijke of rechtspersoon die zaklampen invoert en op de markt brengt in het Waalse Gewest;8° « detailhandelaar » : elke natuurlijke of rechtspersoon die in het Waalse Gewest, zaklampen te koop aanbiedt aan de verbruikers;9° « gemeenschappelijk systeem » : het systeem tot stand gebracht door het beheersorganisme met het oog op de uitvoering van de terugnameplicht voor zaklampen, zoals bepaald in het besluit;10° « leden van de Organisaties » : de leden van de Organisaties in de zin van artikel 10 van de wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd, waarbij rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut die stemrecht hebben op de algemene vergadering van de organisaties; 11° « beheersorganisme » : organisme in de vorm van een v.z.w. overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 zoals gewijzigd, opgericht door de leden van de organisaties om de doelstellingen van de overeenkomst te halen; 12° « deelnemer aan het gemeenschappelijk systeem » : elke natuurlijke of rechtspersoon die een toetredingsovereenkomst heeft gesloten met een beheersorganisme;13° « Dienst » : Waalse Dienst voor Afvalstoffen (Office wallon des déchets). Afdeling 3. - Toepassingsgebied
Art. 3.§ 1. De milieuovereenkomst wordt gesloten tussen voornoemde partijen overeenkomstig het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. Deze overeenkomst is bindend voor de voormelde partijen en voor alle leden die hun organisatie hiertoe een mandaat hebben verleend. Een lijst van de leden van de organisaties die mandaat hebben gegeven, ligt ter inzage van de Dienst.
Bovengenoemde partijen verbinden er zich toe hun leden en deelnemers volledig op de hoogte te brengen van de verplichtingen die deze overeenkomst met zich meebrengt.
Deze overeenkomst is van toepassing op alle leden van de afdeling Fabrikant en Invoerder van batterijen van de FEE, op de leden van de andere Organisaties en op de deelnemers aan het gemeenschappelijk systeem.
Art. 4.Onder de toepassing van deze overeenkomst vallen de zaklampen zoals bepaald in artikel 2, 4°, en de zaklampen waarvan de houder zich ontdoet of zich wil of moet ontdoen en die onderworpen zijn aan de wettelijke terugnameplicht. HOOFDSTUK II. - Preventie
Art. 5.§ 1. De leden van de Organisaties verbinden er zich toe de nodige initiatieven te nemen om : ? de recycleerbaarheid van de producten die ze op de markt brengen te verbeteren, onder meer door het gebruik van composietmaterialen te vermijden en door de identificatie van de gebruikte materialen; ? het gebruik van materialen die gevaarlijke stoffen bevatten, te verminderen; ? gebruik te maken van de productietechnieken die het milieu zo weinig mogelijk belasten; ? energiebesparingen aan te moedigen, zowel in de productie als in het gebruik van de toestellen. § 2. Teneinde de in § 1 bepaalde doelstellingen te halen, zijn de bedrijven, individueel of via hun beroepsfederatie, ertoe gehouden een preventieplan op te stellen dat alle maatregelen bevat die bedoeld zijn om de kwantitatieve en de kwalitatieve preventie te bevorderen.
In de zes maanden na de ondertekening van deze overeenkomst, komen de Dienst en de organisaties overeen inzake de inhoud en de criteria voor de evaluatie van het preventieplan. Dit plan wordt voorgelegd aan de Dienst, binnen het jaar dat volgt op de ondertekening van deze overeenkomst. De Dienst kan, in voorkomend geval, een gedeeltelijke of volledige herziening van het plan vragen zo dit ontoereikend wordt geacht. Dit wordt beoordeeld en, zo nodig, elk jaar aangepast. HOOFDSTUK III. - Selectieve inzamelingen en verwerking van de zaklampen Afdeling 1. - Selectieve inzamelingen
Art. 6.§ 1. De Organisaties verbinden er zich toe alle zaklampen die de detailhandelaars krachtens artikel 28 van het besluit inzamelden, regelmatig gratis in te zamelen of te laten inzamelen. § 2. De Organisaties verbinden er zich toe alle zaklampen ingezameld door publiekrechtelijke personen die instaan voor de ophaling van huishoudelijk afval, regelmatig gratis in te zamelen of te laten inzamelen. § 3. De inzameling van gebruikte zaklampen zal gebeuren aan de hand van : ? de vrijwillige aanbreng door de eindgebruikers naar de openbare containerparken; ? andere inzamelingsmiddelen die in overleg worden bepaald tussen de publiekrechtelijke personen en de beheersorganismes; ? vrijwillige aanbreng door de eindgebruikers bij het netwerk van distributeurs die hun organisatie daartoe mandaat verleenden; ? specifieke inzamelsystemen die worden opgezet tussen de leden en deelnemers van de organisaties en de beheersorganismes. Deze specifieke systemen kunnen enkel ingevoerd worden met een bijkomend akkoord dat als bijvoegsel bij deze overeenkomst zal gevoegd worden. § 4. De eindverkopers verbinden er zich toe gratis de gebruikte zaklampen terug te nemen die de eindgebruiker terugbrengt.
De eindgebruikers worden aangemoedigd om de gebruikte zaklampen terug te brengen naar de openbare containerparken. Zo een eindgebruiker echter de terugname van een gebruikte zaklamp op een verkooppunt voorstelt, moet de eindverkoper het gebruikte toestel terugnemen. § 5. Het beheersorganisme zal alle nodige middelen voor de inzameling en de tijdelijke opslag ter beschikking stellen van de publiekrechtelijke personen en van de eindverkopers.
Het beheersorganisme zal zich inspannen om een maximale hoeveelheid afvalstoffen van zaklampen in te zamelen. De resultaten van de inzameling worden gevolgd door het beheersorganisme en door de Dienst en worden vergeleken met de resultaten van gelijkaardige systemen in de andere gewesten en in het buitenland. In voorkomend geval en op basis van deze vergelijking, wordt het inzamelsysteem aangepast en worden cijferdoelen voor de inzameling bepaald, in overleg met alle betrokken partijen. § 6. Het beheersorganisme doet een oproep tot de concurrentie voor de inzameling van gebruikte zaklampen en voor hun afvoer naar een verwerkingsinstallatie. De ophalers van zaklampen verbinden er zich toe de geldende gewestelijke wettelijke bepalingen in acht te nemen.
Het bestek wordt vooraf voor advies aan de Dienst voorgelegd. Zo het beheersorganisme van het advies van de Dienst afwijkt, mag deze laatste bij het begeleidingscomité beroep instellen i.v.m. de nakoming van de wettelijke terugnameplicht en van deze milieuovereenkomst.
In geval van beroep moet het bestek eenparig worden goedgekeurd door alle leden van het begeleidingscomité.
Bij gebrek aan eenparigheid, wordt het geschil aan de Minister die Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft voorgelegd, overeenkomstig artikel 15, § 2, van deze overeenkomst.
Het bestek zal één maand vóór de datum van de vergadering van het begeleidingscomité verzonden worden. De resultaten van de offerteaanvraag worden gemotiveerd aan de Dienst meegedeeld. § 7. De Organisaties verbinden er zich toe alle inzamelrecipiënten die ter beschikking van de verbruikers worden gesteld, op te halen en te behandelen of te laten behandelen zodra deze buiten dienst zijn. Afdeling 2. - Sortering, verwerking
Art. 7.§ 1. De zaklampen worden verwerkt in installaties die de nodige toelatingen bezitten om het milieu te beschermen. De gevaarlijke delen worden gescheiden en verwijderd bij erkende ondernemingen. § 2. De recyclageprocédés moeten streven naar de naleving van de wettelijke bepalingen die gelden in het Gewest. Ze moeten zorgen voor een maximale bescherming van het milieu. § 3. De verwerking van de ingezamelde zaklampen moet het mogelijk maken om vanaf 2004 de recyclage- en valorisatiedoelstellingen te halen die worden voorzien door de wettelijke bepalingen die van kracht zijn in het Gewest. § 4. De recyclage- en valorisatiedoeleinden worden jaar na jaar beoordeeld in overleg tussen de Organisaties, de Dienst en het Begeleidingscomité. Op basis van deze beoordeling worden de nodige voorstellen verwoord om voor te leggen aan de Minister, met het oog op de aanpassing van het recyclage- en het valorisatiepercentage. § 5. Het beheersorganisme doet een offerteaanvraag voor de verwerking van gebruikte zaklampen.
Het bestek wordt voor advies vooraf aan de Dienst voorgelegd. Zo het beheersorganisme afwijkt van het advies van de Dienst, heeft deze laatste het recht om beroep in te stellen bij het begeleidingscomité i.v.m. de nakoming van de wettelijke terugnameplicht en van deze milieuovereenkomst.
In geval van beroep, moet het bestek door alle leden van het begeleidingscomité eenparig worden goedgekeurd.
Bij gebrek aan eenparigheid, wordt het geschil voorgelegd aan de Minister die Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig artikel 15, § 2, van deze overeenkomst.
De resultaten van de offerteaanvraag en de gemotiveerde keuze van de aannemer worden meegedeeld aan de Dienst. § 6. De lijst van de verwerkingsinstallaties waarop een beroep zal gedaan worden voor de verwerking van de ingezamelde gebruikte zaklampen, in uitvoering van huidige overeenkomst, wordt door het beheersorganisme ter inzage gelegd van de Dienst.
De Dienst beschikt over een maand om deze lijst goed te keuren. Bij gebrek aan kennisgeving binnen de maand van de beslissing, wordt de lijst als goedgekeurd beschouwd. De goedkeuring van deze lijst door de Dienst heeft echter enkel betrekking op de toepassing van huidige overeenkomst, met inbegrip van de inspanningen die de betrokken bedrijven zich getroosten om de herinvoeging van uitgesloten personen in het arbeidscircuit te bevorderen.
Eventuele afwijkende meningen van de Dienst worden voorgelegd aan de geschillencommissie, zoals bedoeld in artikel 15. § 7. Elke wijziging van de lijst wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de Dienst, volgens de hierboven beschreven modaliteiten. De beheersorganismes zien er op toe dat alle vereiste informatie beschikbaar is, opdat de Dienst kan nagaan of de installaties en de organismes beantwoorden aan de modaliteiten en de doelstellingen van deze overeenkomst. § 8. De akkoorden die afgesloten worden met de verwerkingsbedrijven bevatten één of meer bepalingen die de controle op de economische activiteit mogelijk maken door een onafhankelijke certificatie-instelling. § 9. De eindverkopers die geen beroep doen op een beheersorganisme voor de verwerking van de ingezamelde zaklampen moeten zich ook voegen naar de bepalingen van dit artikel. Dienaangaande stellen de eindverkopers alle nodige informatie ter beschikking van het beheersorganisme. HOOFDSTUK IV. - Het beheersorganisme Afdeling 1. - Opdrachten van het beheersorganisme
Art. 8.§ 1. De organisaties nemen het initiatief om één of meer beheersorganismes in de vorm van (een) vereniging(en) zonder winstoogmerk op te richten, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. § 2. Het of de beheersorganisme(s) staat onder meer in voor : 1. de organisatie van de inzameling van gebruikte zaklampen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst;2. de organisatie van de verwerking van de ingezamelde gebruikte zaklampen;3. de informatieverstrekking aan alle actoren betrokken bij de uitvoering van deze overeenkomst;4. de opvolging van de monitoring die het halen van de in de artikelen 5 en 6 bedoelde resultaten beoogt, de uitvoering van de andere bepalingen van deze overeenkomst en de gewaarborgde controle erop;5. de uitvoering van de andere bepalingen van deze overeenkomst. § 3. Twee vertegenwoordigers van de Dienst worden uitgenodigd op de vergaderingen van de raad van bestuur van het beheersorganisme. Ze wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij zonder stemrecht.
Ook zij ontvangen een verslag van de vergaderingen van de raad van bestuur. § 4. Het Beheersorganisme stelt jaarlijks een beheersplan op, dat voor advies aan de Dienst wordt voorgelegd en de modaliteiten beschrijft voor de uitvoering van de opdrachten onder artikel 8, § 2.
Dit beheersplan omvat de nodige maatregelen om de inzameling en de verwerking van de gebruikte zaklampen te waarborgen over een periode van zes maanden na de eventuele overdracht van de activiteiten van het beheersorganisme.
Als het beheersorganisme afwijkt van het advies van de Dienst, heeft de Dienst het recht om beroep in te stellen bij het begeleidingscomité voor wat betreft de naleving van de wettelijke terugnameplicht en van deze milieuovereenkomst.
Indien een beroep wordt ingesteld, moet het bestek eenparig goedgekeurd worden door de leden van het begeleidingscomité.
Bij gebrek aan eenparigheid wordt het geschil voorgelegd aan de Minister die Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig artikel 15, § 2, van deze overeenkomst. § 5. Indien de doelstellingen van deze overeenkomst na de uitvoering van het beheersplan niet gehaald worden, verbindt het beheersorganisme er zich toe een bijsturingsplan in te dienen overeenkomstig artikel 18. § 6. Het beheersorganisme streeft naar een zo groot mogelijke eenvormigheid, zowel inzake de administratie als de logistiek. Alle betrokken partijen plegen overleg betreffende de werkingsmodaliteiten van het beheersorganisme. Afdeling 2. - Rapportering en controle
Art. 9.Verstrekking van de gegevens. § 1. Het beheersorganisme deelt de Dienst jaarlijks uiterlijk 1 april en voor het eerst zes maanden na de invoegetreding van deze overeenkomst, volgende inlichtingen mee : 1. de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram, de types en het aantal gebruikte toestellen verzameld in het kader van de verplichting tot tenlasteneming;2. de totale hoeveelheid in de erkende installaties verwerkte gebruikte toestellen;3. de totale hoeveelheid afvalstoffen afkomstig van de verwerking van gebruikte toestellen, uitgedrukt in kilogram en verdeeld per type afvalstoffen die werden gerecycleerd en gevaloriseerd;4. de totale hoeveelheid uitgedrukt in gewicht en per type van gevaarlijke afvalstoffen;5. de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram, de types en het aantal toestellen die op de markt werden gebracht door de leden en de deelnemers van het beheersorganisme;6. een lijst van de leden en deelnemers van het beheersorganisme, en de datum van toetreding van deze leden en deelnemers;7. een evaluatie van de minstens gemiddelde samenstelling per materiaal, van de toestellen die de leden en deelnemers van de organisaties op de markt brachten;8. een lijst van de inzamelaars van de gebruikte toestellen die optreden voor rekening van het beheersorganisme;9. een lijst van de eindverkopers bij wie, in toepassing van deze milieuovereenkomst, gebruikte toestellen in de loop van het jaar werden opgehaald;10. een kwalitatieve beschrijving van de benutte beheerskanalen. § 2. Het beheersorganisme en de leden en deelnemers van de Organisaties verstrekken elke andere inlichting die de Dienst nuttig acht voor de evaluatie van de te halen doelstellingen in het kader van deze overeenkomst en voor de controle van de uitvoering van de terugnameplicht. Daartoe en zo nodig zal de Dienst vooraf overleg plegen met het beheersorganisme. § 3. De Organisaties geven de Dienst en het begeleidingscomité jaarlijks uiterlijk 1 april kennis van de lijst van de bedrijven waar de door hen ingezamelde gebruikte zaklampen gesorteerd en verwerkt werden, alsook van de sorteer- en verwerkingsmethodes. § 4. De Organisaties geven de Dienst en het begeleidingscomité kennis van de overeenkomsten die inzake recyclage en valorisatie voor rekening van het beheersorganisme gesloten worden om de doelstelling van deze overeenkomst te halen. § 5. Om de doelstellingen van deze overeenkomst te halen, zal het beheersorganisme elk jaar een algemene informatie- en sensibiliseringscampagne ten behoeve van de verbruikers opzetten.
De campagneontwerpen worden voor advies aan de Dienst voorgelegd.
Indien de informatiecampagnes niet voldoen aan de bepalingen van deze overeenkomst of nadelig zijn voor de campagnes van algemeen nut die het Gewest voert, moet het beheersorganisme zijn informatiecampagnes dienovereenkomstig aanpassen. § 6. Het beheersorganisme legt elk jaar een vijfjarig en stapsgewijs prospectief actieplan voor aan de Dienst en aan het begeleidingscomité. Dat plan bevat een uitvoerige omschrijving van de prospectieve visie van de acties die gevoerd zullen worden om de resultaten inzake recyclage en valorisatie te halen.
Art. 10.Controle. § 1. Het beheersorganisme mag de toetreding van geen enkele onderneming weigeren die onder de in deze overeenkomst bedoelde terugnameplicht valt, behoudens om ernstige redenen behoorlijk gewettigd door de Dienst. § 2. Om de bepalingen van deze overeenkomst uit te voeren, mogen de Organisaties overeenkomsten sluiten met derden die over de vereiste middelen beschikken om hun terugnameplicht te kunnen nakomen en die de vigerende gewestelijke wetgeving in acht nemen. § 3. De beheersorganismes mogen de Dienst en het begeleidingscomité de krachtens artikel 9 vereiste gegevens globaal verstrekken voor het geheel van de aangesloten producenten en invoerders. Deze cijfergegevens worden voor echt verklaard door de revisor van het beheersorganisme. § 4. Het beheersorganisme laat zijn jaarrekeningen elk jaar op zijn kosten controleren door een bedrijfsrevisor. Het verslag van de bedrijfsrevisor wordt overgemaakt aan de Dienst en aan het beheersorganisme.
Dit jaarverslag geeft duidelijk aan hoe het gemeenschappelijk systeem gefinancierd werd.
De Dienst mag de bedrijfsrevisor bijkomende verzoeken doen.
Alle kosten in verband met deze permanente auditopdracht worden ten laste genomen door het beheersorganisme, met uitzondering van de kosten die voortvloeien uit verzoeken van de Dienst en die buiten het kader van de opdracht van de aangeduide onderneming vallen. § 5. De Dienst en het begeleidingscomité worden in kennis gesteld van elke strategische beslissing betreffende de operationele en logistieke aspecten van de uitvoering van deze overeenkomst. Afdeling 3. - Financiering
Art. 11.§ 1. De deelnemers aan het gemeenschappelijk systeem betalen de financiering van het systeem aan het beheersorganisme via een bijdrage per zaklamp wanneer ze op de markt worden gebracht. Deze bijdrage kan verschillen naargelang van het type en het model van het toestel.
Het bedrag van die bijdrage wordt door het beheersorganisme bepaald rekening houdende met de geraamde kosten voor o.a. de inzameling, de sortering, de verwerking, de sensibilisering van de actoren, de verzameling van de statistieken, de nodige voorzieningen met name voor het geval de kosten fout werden geraamd tijdens de lanceringsfase voor een maximale werkingsperiode van zes maanden.
Inzake de zaklampen die na 13 augustus 2004 op de markt worden gebracht, levert elke producent, wanneer hij een zaklamp op de markt brengt, een borg aan die aantoont dat het beheer van alle gebruikte zaklampen gefinancierd zal worden. Deze borg moet garanderen dat de inzameling en de verwerking van de gebruikte zaklampen gefinancierd zullen worden. De borg kan de vorm aannemen van een deelname van de producent aan het gemeenschappelijk systeem dat het beheersorganisme instelt, van een recyclagegarantie of van een geblokkeerde bankrekening. § 2. Het bedrag en de modaliteiten van de bijdrage bedoeld in § 1 worden met de nodige motivering voor advies aan de Dienst voorgelegd.
Er wordt een financieel plan opgesteld om het bedrag van de bijdragen vast te leggen. Dit financieel plan wordt door het beheersorganisme aan de Dienst voorgelegd. De Dienst moet advies uitbrengen binnen de maand, te rekenen vanaf de ontvangst van alle bewijsstukken. § 3. Het bedrag van de bijdrage bedoeld in § 1 kan jaarlijks herzien worden. De herziene bijdrage kan toegepast worden uiterlijk zes maanden na adviesverlening door de Dienst.
Het beheersorganisme brengt tevens de producenten/invoerders op de hoogte, minstens zes maanden alvorens nieuwe bijdragen worden toegepast. § 4. De bijdrage met aanduiding van de overeenstemmende bedragen wordt steeds apart vermeld op de factuur bij een verkoop van zaklampen. § 5. Voor de berekening van de bijdragen die ze krachtens § 1 van dit artikel moeten betalen, geven de deelnemers aan het gemeenschappelijk systeem regelmatig kennis van het aantal zaklampen die ze ieder tijdens de referentieperiode op de markt brachten.
De periodiciteit van de rapportering en de referentieperiode worden door het beheersorganisme bepaald. § 6. De organisaties en hun leden en deelnemers verbinden er zich toe geen zaklampen te verkopen waarop geen enkele bijdrage werd geïnd of waarvoor niet bewezen is dat er een overnamesysteem bestaat. § 7. Het beheersorganisme kan door een onafhankelijk bureau controles laten uitvoeren bij de distributiekanalen waar gebruikte zaklampen worden ingezameld, inzake de uitvoering van artikel 7 van deze overeenkomst.
Art. 12.Sensibilisering van de verbruikers. § 1. Het beheersorganisme ziet toe op de sensibilisering van de verbruiker voor de inzameling en de verwerking van gebruikte zaklampen, in toepassing van deze overeenkomst.
Daartoe wordt elke sensibiliseringscampagne die het beheersorganisme wenst te voeren vooraf voor advies aan de Dienst voorgelegd. In het geval de informatiecampagnes niet zouden stroken met de bepalingen van deze overeenkomst of nadelig zouden zijn voor de campagnes van openbaar nut die het Gewest voert, is het beheersorganisme ertoe gehouden zijn informatiecampagnes dusdanig aan te passen. § 2. De eindverkoper moet op elk verkooppunt op een zichtbare plaats in een bericht aangeven hoe hij aan de bepalingen van deze overeenkomst voldoet, en met name inzake de bepalingen die voorzien zijn bij het artikel 8, § 4. Het sensibiliseringsmateriaal ter beschikking gesteld door het beheersorganisme dient vooraf voor advies aan de Dienst voorgelegd.
Art. 13.Taken van de overheden. § 1. Om marktverstoring te voorkomen, zorgt het Gewest ervoor dat de vigerende wetsbepalingen betreffende de aanvaardingsplicht nauwgezet worden toegepast en bekrachtigd. Daartoe verbinden de overheden zich ertoe de nodige controle-instrumenten tot stand te brengen en te hanteren.
De controle in kwestie is in eerste instantie gericht op de identificatie van alle producenten en invoerders onderworpen aan de terugnameplicht en dient vervolgens om na te gaan of de producenten en invoerders de hen opgelegde terugnameplicht daadwerkelijk nakomen. De overheden nemen het initiatief om samen met de ondertekenende organisaties oplossingen te vinden voor het probleem gesteld door degenen die de terugnameplicht trachten te omzeilen. § 2. Om steun te verlenen aan de organisaties en de leden ervan die deze overeenkomst hebben ondertekend, verbindt het Gewest zich ertoe op zijn niveau na overleg met de organisaties de nodige bijkomende reglementaire maatregelen te nemen, in zoverre zulks noodzakelijk is voor de uitvoering van de terugnameplicht, met name inzake de uitvoering van de bepalingen van artikel 6, § 5. § 3. Alle bepalingen van deze overeenkomst worden aangepast aan de evolutie van de Europese regelgeving inzake zaklampen. De gewesten nemen de nodige maatregelen om gemeenschappelijk stelling te nemen ten opzichte van de evolutie van de Europese regelgeving. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 14.Begeleidingscomité.
Er wordt een begeleidingscomité opgericht.
Dit Comité bestaat minstens uit : - een vertegenwoordiger van de Minister; - een vertegenwoordiger van de Waalse Afvalstoffendienst; - een vertegenwoordiger van de FEE; - een vertegenwoordiger van BEBAT. Elke vertegenwoordiger mag zich door een plaatsvervanger laten vervangen.
Het begeleidingscomité neemt zijn beslissingen bij consensus.
Art. 15.Geschillencommissie. § 1. In geval van geschil bij de uitvoering van de Overeenkomst wordt een geschillencommissie samengesteld. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (naargelang van de aard van het geschil) en bestaat steeds uit twee vertegenwoordigers van het Gewest en twee vertegenwoordigers van de Organisaties. De Voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Gewest, met de instemming van de andere vertegenwoordigers. § 2. De geschillencommissie neemt haar beslissingen bij consensus. Bij gebrek aan consensus brengt de geschillencommissie verslag uit aan de Minister.
Art. 16.Duur en einde van de overeenkomst. § 1. De overeenkomst treedt in voege op de tiende dag na de integrale bekendmaking ervan overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. § 2. De overeenkomst wordt gesloten voor een looptijd die afloopt op hetzelfde tijdstip als de milieuovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor gebruikte batterijen en startbatterijen.
Ze kan in gezamenlijk overleg worden gewijzigd, zoals voorzien in artikel 8 van voornoemd decreet betreffende de milieuovereenkomsten.
Ze kan vernieuwd worden door het Gewest en één of meer Organisaties, in gezamenlijk overleg volgens de bepalingen van voornoemd decreet. § 3. De ondertekenende partijen hebben het recht om de overeenkomst elk ogenblik op te zeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de betekening.
De betekening van de opzegging gebeurt, op straffe van nietigheid, bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot. § 4. Indien de overeenkomst eindigt, hetzij omdat de vastgelegde termijn verstreken is, hetzij na opzegging door één of meer ondertekenende partijen, moeten de producenten en invoerders van zaklampen, op wie de overeenkomst van toepassing is, aan de terugnameplicht voldoen krachtens de bepalingen van het decreet en van het besluit.
Art. 17.Bevoegdheidsbeding.
Elk geding dat voortvloeit uit deze milieuovereenkomst of dat er betrekking op heeft, en waarvoor de geschillencommissie die wordt bedoeld in artikel 15 van deze overeenkomst, geen oplossing vond, valt onder de bevoegdheid van de vrederechters en de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen.
Art. 18.Strafbeding.
Als het Gewest een overtreding van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorganisme daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Dit maakt binnen de twee maanden na de kennisgeving van de vastgestelde overtreding een bijsturingsplan over aan de Dienst.
Als de Dienst het plan verwerpt, deelt hij zijn standpunt mee in een aangetekend schrijven, waarin hij de redenen van de weigering opgeeft.
De organisatie moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Dienst, op straffe van een aan de Dienst te betalen boete van euro 15.000.
Tegen de beslissing van de Dienst kan beroep worden ingesteld bij de Minister die Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen.
Art. 19.Slotbepaling.
De overeenkomst werd gesloten in Namen, op ... en ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen.
Elke partij bericht ontvangst van een exemplaar van de overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET Voor de Federatie van de Elektriciteit en van de Elektronica V.Z.W. : Y. DE COOREBYTER. P. CELIS. Voor BEBAT : Y. VAN DOREN. P. COONEN.