gepubliceerd op 19 juli 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 april 2004 in zake G. Piette tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 1. « Schendt artikel 171, 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B.), doordat he(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 april 2004 in zake G. Piette tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 28 mei 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 171, 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B.), doordat het voorziet in een afzonderlijke aanslag tegen de aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de andere belastbare inkomsten voor de baten die gehaald zijn uit een vrij beroep en die door toedoen van een overheid niet tijdig zijn betaald, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, terwijl artikel 171, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor de bezoldigingen van een werknemer die in dezelfde omstandigheden zijn ontvangen, in het voordeel van een afzonderlijke aanslag voorziet, tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad, wanneer de toepassing van artikel 171, 6°, van het W.I.B. tot een grotere belastingdruk leidt dan die welke voortvloeit uit de toepassing van artikel 171, 5°, van het W.I.B. ? » 2. « Schendt artikel 171, 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het vereist dat, om het voordeel te verkrijgen van een afzonderlijke aanslag voor de baten die gehaald zijn uit een vrij beroep en die door toedoen van een overheid niet tijdig zijn betaald, aan drie bijkomende voorwaarden is voldaan, die niet gelden voor een belastingplichtige die in dezelfde omstandigheden als werknemer bezoldigingen heeft ontvangen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3007 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.