gepubliceerd op 26 mei 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 maart 2004 in zake de n.v. Dexia Bank België tegen P. Lagrange en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrageho 1. « Schendt artikel 4 van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de wet van 13 april 1995 betreff(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 maart 2004 in zake de n.v. Dexia Bank België tegen P. Lagrange en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 april 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 4 van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het bepaalt dat de wet niet van toepassing is op de verbintenissen waarvan de uitvoering in rechte is gevorderd voor de inwerkingtreding ervan op 12 juni 1999 ? » 2.« Schendt artikel 3, 2°, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, voor de opheffing ervan bij de wet van 4 mei 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het bapaalt dat die wet van 13 april 1995, meer in het bijzonder de artikelen 24 en 26, niet van toepassing is op de door de kredietinstellingen met hun agenten afgesloten overeenkomsten ? » 3. « Schendt artikel 29 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat dit wetsartikel niet de draagwijdte heeft dat de geldigheid van een niet-concurrentiebeding zou mogen beoordeeld worden volgens de later in werking getreden wet ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2966 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.