Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 16 oktober 2003

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juli 2003 in zake B. Le Charlier tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Schenden de artikelen 1bis en 1ter van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve g(...)

bron
arbitragehof
numac
2003201198
pub.
16/10/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juli 2003 in zake B. Le Charlier tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 augustus 2003, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1bis en 1ter van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het de personen die voor de rechtbank het in artikel 8 van die wet bedoelde beroep instellen en die aantonen dat de redelijke termijn om een administratieve geldboete uit te spreken is overschreden, niet mogelijk maken een vermindering van de geldboete te genieten tot minder dan de in de wet bedoelde wettelijke minima terwijl, voor eenzelfde inbreuk, zij voor de correctionele rechtbank de toepassing kunnen genieten van artikel 21ter van het Wetboek van Strafvordering dat, in voorkomend geval, hetzij tot een eenvoudige schuldigverklaring hetzij tot een straf die lager kan zijn dan de wettelijke minimumstraf leidt ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2773 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^