gepubliceerd op 20 juni 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 2 april 2003 in zake J.-M. Krummes tegen de n.v. K.B.C. Verzekeringen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is in « Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 2 april 2003 in zake J.-M. Krummes tegen de n.v. K.B.C. Verzekeringen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 april 2003, heeft de Arbeidsrechtbank te Tongeren de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 de getroffene of zijn rechthebbenden geen uitbetaling van ten hoogste een derde van de waarde van de hun toekomende rente als kapitaal verkrijgen, voor de ongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10 pct of minder dan 16 pct geschiedt, doch waarbij de blijvende arbeidsongeschiktheid met terugwerkende kracht wordt bepaald op een consolidatiedatum vóór de inwerkingtreding van artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet (zijnde 1 januari 1994), echter waarbij de graad slechts wordt bekrachtigd bij een gerechtelijke beslissing die op een datum na 1 januari 1997 in kracht van gewijsde treedt, terwijl voor de arbeidsongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10 pct of minder dan 16 pct geschiedt, waarvoor de blijvende arbeidsongeschiktheid en de consolidatiedatum tevens met terugwerkende kracht wordt bepaald voor de inwerkingtreding van artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet, doch waarbij de graad wordt bekrachtigd bij een gerechtelijke beslissing die vóór 1 januari 1997 in kracht van gewijsde trad, een schending in van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat binnen éénzelfde groep rechtsonderhorigen, namelijk getroffenen van een arbeidsongeval in het algemeen, een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2683 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.