gepubliceerd op 11 april 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 februari 2003 in zake P. Vervloet en S. Jan Steen tegen de n.v. Bobbejaanland en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van h « 1. Schendt artikel 29bis van de wet [betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inza(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 februari 2003 in zake P. Vervloet en S. Jan Steen tegen de n.v. Bobbejaanland en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 februari 2003, heeft de Politierechtbank te Turnhout de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 29bis van de wet [betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen] van 21 november 1989, zoals van kracht op 6 april 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door verschillend te behandelen, enerzijds, slachtoffers van een verkeersongeval waarin een motorvoertuig is betrokken dat niet aan spoorstaven is gebonden, die zullen vergoed worden door de W.A.M.-verzekeraar van het voertuig (of wanneer de verzekeringsplicht niet werd nageleefd door het gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds bij toepassing van artikel 80 van de wet van 9 juli 1975), anderzijds, slachtoffers van een verkeersongeval waarin een motorvoertuig is betrokken dat aan spoorstaven is gebonden, waarvoor geen vergoedingsplichtige werd aangeduid ? 2. Schendt artikel 29bis W.A.M. juncto artikel 80 van de wet van 9 juli 1975, zoals van kracht op 6 april 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door verschillend te behandelen, enerzijds, de slachtoffers van een verkeersongeval waarin een motorvoertuig is betrokken dat niet aan spoorstaven is gebonden, die bij niet-naleving van de verzekeringsplicht vergoed worden door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, anderzijds, de slachtoffers van een verkeersongeval waarin een motorvoertuig is betrokken dat wel aan spoorstaven is gebonden, die niet vergoed worden door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds omdat er geen schending gebeurde van de verzekeringsplicht ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2638 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 2570.
De griffier, L. Potoms.