gepubliceerd op 20 november 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 10 september 2001 in zake R. Parsha-Radermaker tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is i « Schendt artikel 52.2 van het Wetboek der successierechten, krachtens hetwelk, behalve in de vier (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 10 september 2001 in zake R. Parsha-Radermaker tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 september 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 52.2 van het Wetboek der successierechten, krachtens hetwelk, behalve in de vier gevallen die het bepaalt, voor de 'gewoon' geadopteerden geen toepassing kan worden gemaakt van het tarief 'in de rechte lijn' - in tegenstelling met wat is bepaald voor de ten volle geadopteerden - al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2238 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.