Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 11 september 2001

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 juni 2001 in zake F. Al Haddad en anderen tegen de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, waarvan de expeditie « Schenden de artikelen 3 en 4 van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het (...)

bron
arbitragehof
numac
2001021398
pub.
11/09/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 juni 2001 in zake F. Al Haddad en anderen tegen de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 juli 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schenden de artikelen 3 en 4 van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, geïnterpreteerd in die zin dat zij de strafrechter onbevoegd zouden maken om zich uit te spreken over de vordering van de burgerlijke partij op grond van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 en gericht tegen de verzekeraar van de eigenaar, de bestuurder of de houder van het bij het ongeval betrokken motorrijtuig, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? In ondergeschikte orde : Is artikel 10, § 1 (tweede en derde lid) en § 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen waarbij de verplichtingen van bepaalde vervoersinstellingen bij gebreke van verzekering worden geregeld en waarbij die instellingen, wat betreft de verplichting tot schadeherstel en de mogelijkheid om hen voor de strafgerechten in het geding te betrekken, worden gelijkgesteld met verzekeraars en waarbij tevens bepaalde openbare instellingen voor openbaar vervoer van de verzekeringsplicht worden vrijgesteld in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, in samenhang met artikel 1 van dezelfde wet van 21 november 1989, enkel betrekking zou hebben op de motorrijtuigen die aan die instellingen toebehoren of op hun naam zijn ingeschreven en die niet aan spoorstaven zijn gebonden ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2207 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^