gepubliceerd op 26 juni 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissingen van 25 april 2001 in zake J. Gelin, J. Smits en M. Grieten, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen « Schendt artikel 156 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorgin(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissingen van 25 april 2001 in zake J. Gelin, J. Smits en M. Grieten, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 8 juni 2001, heeft de Commissie van beroep ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 156 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering[en] (gecoördineerd op 14 juli 1994) de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet ? De beslechting omtrent de geschillen met betrekking tot gebeurlijke inbreuken op de reglementaire en verordeningsbepalingen van de gecoördineerde ZIV-wet en de daarop toe te passen sancties worden immers opgedragen aan administratieve rechtscolleges en bijgevolg onttrokken aan de bescherming van de rechterlijke macht. » Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2196, 2197 en 2198 van de rol van het Hof en werden samengevoegd met de zaak met rolnummer 2165.
De griffier, L. Potoms.