Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 26 januari 2001

Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Directe belastingen Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die de schenker van zijn totale belastbare netto-inkomen kan aftrekken Onder de aanpassingen betreffende de fiscale vrijstelling van sommige giften komt de uitbreiding va(...)

bron
ministerie van financien
numac
2001003029
pub.
26/01/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN FINANCIEN


Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Directe belastingen Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die de schenker van zijn totale belastbare netto-inkomen kan aftrekken Het Belgisch Staatsblad van 9 november 2000 heeft het koninklijk besluit van 16 oktober 2000, tot wijziging van het KB/WIB 92 (koninklijk besluit ter uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) op het stuk van belastingvrijstelling van sommige giften en inzake betaling van bedrijfsvoorheffing, bekendgemaakt.

Onder de aanpassingen betreffende de fiscale vrijstelling van sommige giften komt de uitbreiding van de maximumperiode voor waarvoor een erkenning kan worden toegestaan; die periode wordt van 3 tot 6 opeenvolgende kalenderjaren gebracht.

Die maatregel is van toepassing op de instellingen bedoeld in artikel 104, 3°, b, d, e, g, i, 4° en 4°bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), namelijk : 1° de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek die erkend zijn door de Minister van Financiën en door de Minister tot wiens bevoegdheid het beleid en de programmatie inzake wetenschap behoren, uitgezonderd de instellingen die rechtstreeks verbonden zijn met een politieke partij of lijst;2° de culturele instellingen waarvan het invloedsgebied één van de gemeenschappen of het gehele land bestrijkt en die door de Koning erkend zijn;3° de instellingen die de oorlogsslachtoffers, de mindervaliden, de bejaarden, de beschermde minderjarigen of de behoeftigen bijstaan en die, na advies van de raadgevende instellingen van de Staat of van de Gemeenschappen tot wiens bevoegdheid die bijstand behoort, worden erkend door de bevoegde organen van de Staat of van de Gemeenschappen waaronder die instellingen ressorteren en, voor de toepassing van de belastingwet, door de Minister van Financiën.Voor de instellingen die uitzonderlijke en dringende hulp verlenen aan behoeftigen, blijft de maximum erkenningsperiode beperkt tot 3 opeenvolgende kalenderjaren; 4° de instellingen voor hulpverlening aan slachtoffers van rampen die de toepassing rechtvaardigen van de wet betreffende het herstel van schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen en die hiertoe zijn erkend door de Minister van Financiën;5° de instellingen die zich bezighouden met het natuurbehoud of de bescherming van het leefmilieu en die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en de Minister tot wiens bevoegdheid het leefmilieu behoort;6° de instellingen voor hulpverlening aan ontwikkelingslanden die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en door de Minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort;7° de instellingen die hulp verlenen aan slachtoffers van zeer grote industriële ongevallen en die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en de Minister van Buitenlandse Zaken. De aandacht wordt evenwel gevestigd op het feit dat de 6 jaren een maximumtermijn is en er beslist werd deze enkel toe te staan aan instellingen die reeds meerdere opeenvolgende keren zijn erkend en waarvoor de uitgevoerde onderzoeken geen problemen aan het licht hebben gebracht. Dienovereenkomstig zal de toekenning ervan achtereenvolgens gespreid worden over drie achtereenvolgende erkenningen op de volgende manier : 2 jaren voor de eerste erkenning, 4 jaren voor de tweede erkenning en 6 jaren vanaf de derde erkenning.

Deze perioden zijn evenwel vatbaar om te worden verkort indien voorbehoud moet worden gemaakt.

Gezien deze maatregel in werking treedt de dag waarop het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, namelijk 9 november 2000 in onderhavig geval, kan zij bijgevolg worden toegepast zowel op de aanvragen ingediend vanaf deze datum als op deze waarvan het onderzoek op dezelfde datum nog niet is beëindigd.

Een andere aanpassing in deze materie strekt ertoe een instelling in staat te stellen dringend een erkenning te vragen als instelling die hulp verleent aan slachtoffers van natuurrampen. Voortaan kan een dergelijke aanvraag eveneens geldig worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de aanvang van de hulpverlening door de betrokken instelling. In dat geval wordt de erkenning evenwel slechts toegestaan voor een periode van ten hoogste 3 opeenvolgende kalenderjaren en, wat het eerste kalenderjaar betreft, geldt de erkenning pas vanaf de aanvang van de hulpverlening.

Deze maatregel treedt eveneens in werking vanaf de dag waarop het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, d.w.z. vanaf 9 november 2000.

Het voormeld koninklijk besluit van 16 oktober 2000 bevat nog andere wijzigingen inzake de fiscale vrijstelling van sommige giften maar deze betreffen enkel vormwijzigingen. (De pers wordt verzocht dit bericht over te nemen.)

^