MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Mededeling in toepassing van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935 tot oprichting van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling De Minister van Economie, Charles Picqué, deelt mee dat er in toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935 tot oprichting van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling een verzoekschrift werd neergelegd dat ertoe strekt een verplichting die vrijwillig werd opgenomen door de leden van onderstaande beroepsorganisaties met betrekking tot prijsaanpassingen, te doen uitbreiden tot alle ondernemingen die aan goederenvervoer over de weg voor rekening van derden doen.

Identificatie van de indieners Het verzoekschrift werd ingediend door de volgende beroepsorganisaties : - FEBETRA, Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs, Stapelhuisstraat 5A, te 1020 Brussel; - SAV, Koninklijke Beroepsvereniging Goederenvervoerders Vlaams Gewest en Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, Land Van Rodelaan 20, te 9000 Gent.

Het verzoekschrift werd namens FEBETRA ondertekend door : - in de hoedanigheid van voorzitter, Alfred Evers, Binsterweg 119, te 4700 Eupen; - in de hoedanigheid van ondervoorzitter, Maurice Van Snick, Ninoofsesteenweg 27, te 1755 Gooik.

Namens SAV werd het ondertekend door : - in de hoedanigheid van voorzitter, Gustaaf De Laet, P.J. Triesthof 17, te 9050 Gentbrugge; - in de hoedanigheid van secretaris-generaal, Liliane De Wilde, P.J. Triesthof 17, te 9050 Gentbrugge.

Voorwerp van het verzoekschrift Het verzoekschrift strekt ertoe vanaf 1 januari 2001 de verplichting om de prijzen voor het goederenvervoer over de weg te onderwerpen aan een prijsherzieningsclausule te doen uitbreiden tot de volledige sector. Deze verplichting geldt ook voor de niet geschreven vervoersovereenkomst.

Het prijsherzieningsbeding zou van rechtswege van toepassing zijn op elke lopende en nieuwe overeenkomst voor goederenvervoer over de weg.

De prijsherziening zou steunen op een van de volgende indexen die maandelijks worden opgemaakt door het Instituut voor Wegtransport vzw, Archimedesstraat 5, te 1000 Brusssel : - stukgoederenvervoer; - nationaal vervoer; - algemeen internationaal vervoer; - algemeen internationaal vervoer België-Duitsland; - algemeen internationaal vervoer België-Frankrijk; - algemeen internationaal vervoer België-Spanje; - algemeen internationaal vervoer België-Italië.

De standaardindex is de index algemeen internationaal vervoer.

De gemiddelde index van de drie laatste maanden, voorafgaand aan de maand van de inwerkingtreding van de betrokken vervoersovereenkomst geldt als basisindex.

De vrachtprijzen worden aangepast van zodra het driemaandelijkse voortschrijdende gemiddelde van de index met minstens 2 % is gestegen.

De gemiddelde voortschrijdende index van de maand waarin de grens wordt overschreden, geldt als nieuwe basisindex voor de volgende prijsherziening.

Mogelijkheid tot verzet Ieder belanghebbende kan tijdens de kantooruren inzage nemen van het dossier bij de Afdeling Prijzen en Mededinging van het Ministerie van Economische Zaken, Koning Albert II-laan 16, te 1000 Brussel. Voor de praktische gang van zaken wordt gevraagd hiertoe op voorhand contact op te nemen met het secretariaat van de afdeling (telefoon : 02/206 51 63; fax : 02/206 57 70; e-mail : marie-therese.peeters@mineco.fgov.be).

Tevens kan een afschrift worden bekomen van het dossier mits betaling van de kosten.

Elke belanghebbende kan verzet aantekenen tegen de uitbreiding van de verplichtingen die de voornoemde beroepsorganisaties vrijwillig hebben opgenomen. Dit verzet moet binnen de 10 dagen na bekendmaking van dit bericht per aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Charles Picqué, Minister van Economie, De Meeûssquare 23, te 1000 Brussel. Om ontvankelijk te zijn moet dit verzet binnen de 20 dagen aangevuld zijn met een memorie van staving. Deze memorie in 5 exemplaren moet eveneens per aangetekend schrijven worden gericht aan de Minister van Economie.

Indien het verzet uitgaat van een rechtspersoon, dient het ondertekend te zijn door de vertegenwoordigers die het recht hebben voor haar verbintenissen aan te gaan; de memorie dient vergezeld te zijn van een exemplaar van de statuten en van de lijst van de leden van de raad van bestuur.